. De flora van Nederland. Plants. C. officinalis') L. Goudsbloem (fi«. 521). Deze plant, die veel krachtiger is dan C. arvensis stengel. De bladen zijn verwijderd getand, stekel- puntig, de onderste zijn spatelvormig, steelachtig versmald, de bovenste langwerpig tot lancetvormig, spits, meest naar voren breeder, met breeden voet half stengelomvattend. De hoofdjes zijn vrij groot. De oniwindselbladen zijn lijn-lancetvormig en toegespitst. De bloem- kronen zijn oranje. De vruchtjes zijn bijna alle bootvormig, gevleugeld, op den rug spits knobbelig, de buitenste met zeer korte knobbels, nauwelijk


. De flora van Nederland. Plants. C. officinalis') L. Goudsbloem (fi«. 521). Deze plant, die veel krachtiger is dan C. arvensis stengel. De bladen zijn verwijderd getand, stekel- puntig, de onderste zijn spatelvormig, steelachtig versmald, de bovenste langwerpig tot lancetvormig, spits, meest naar voren breeder, met breeden voet half stengelomvattend. De hoofdjes zijn vrij groot. De oniwindselbladen zijn lijn-lancetvormig en toegespitst. De bloem- kronen zijn oranje. De vruchtjes zijn bijna alle bootvormig, gevleugeld, op den rug spits knobbelig, de buitenste met zeer korte knobbels, nauwelijks gesnaveld. naar boven van binnen gevleugeld ge- kield. 3-4,5 dM. ,. Juni—November. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Zuid-Europa voor en is bij ons een veel voorkomende sierplant. Zij is bij Wezeveld, Loos- duinen, Venio, Middelburg en aan de Zuid-Willems- vaart verwilderd gevonden. Volksnamen. De naam goudsbloem met alle mogelijke variaties op dit woord is bij ons zeer algemeen. In Twente, Salland en de Graafschap Zutphen noemt men haar doodenbloem, op Texel goukes. bij den Haag kroningsbloem. op Overflakkee, Schouwen, Walcheren en in Zeeuwsch-Vlaanderen oranjebloem. C. arvensis-) L. Akkergoudsbloem (). Deze plant heeft een penwortel en een rechtop- staanden . behaarden, vaak afstaand vertakten stengel. De bladen (fig. 522) zijn alle langwerpig-lancetvormig, spits, stekelpuntig, verwijderd stekelpuntig getand, de onderste zijn gesteeld, de bovenste met breeden voet half stengelomvattend, zacht behaard. De hoofdjes zijn vrij klein, alleenstaand, aan den top van den stengel en der takken, op lange, klierachtig behaarde stelen. De omwindselbladen zijn bijna gelijk, lancetvormig, toegespitst, smal vliezig gerand. De bloemkronen zijn goudgeel. De buitenste vruchten zijn lijnvormig, gesnaveld, op den rug zachtstekelig, de naar binnen volgende rondachtig, bootvormig, vrij vaak ontbrekend, de binnenste cirkelvormig (fig. 522), opgerold, op den rug korts


Size: 1413px × 1769px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants