. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . tvaardige zal ingaan [ in ] de vrede:zy zullen ruften op haare ftaapfleden , eeniegelyk die in zyne opregtheid gewandeld heeft. Je- H E R T E. aoj Jesa: LVII. vers 20 en si. Bog de Godloozen zyn als eene voortgedre-vene zee! joant die kan niet rtiflen, en haartvjateren werpen flyk en n:ccder op. De Godloozen^ zeld myn Cod^ hebben geencrede. Jerem: VI. vers i5. Zoo zeid de HEERE! Jlaat op de i^egen^en ziet toe^ en vraagt na de oude paden ^waar tog de goede weg zy, en wandelt daarin 5 zoo zult gy rufle z-inden voor tiive ziele. Hebr: IV. vers 8-1
. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . tvaardige zal ingaan [ in ] de vrede:zy zullen ruften op haare ftaapfleden , eeniegelyk die in zyne opregtheid gewandeld heeft. Je- H E R T E. aoj Jesa: LVII. vers 20 en si. Bog de Godloozen zyn als eene voortgedre-vene zee! joant die kan niet rtiflen, en haartvjateren werpen flyk en n:ccder op. De Godloozen^ zeld myn Cod^ hebben geencrede. Jerem: VI. vers i5. Zoo zeid de HEERE! Jlaat op de i^egen^en ziet toe^ en vraagt na de oude paden ^waar tog de goede weg zy, en wandelt daarin 5 zoo zult gy rufle z-inden voor tiive ziele. Hebr: IV. vers 8-11. Indien Jezus haar in de rufi gehragt had--de% zoo hadde hy daar na niet gefprokenvan een anderen dag. Baar blyft daneene ruft over voor V volkGods. IVant die ingegaan is in zyne ruft ^ dieheeft zelve ook van zyne werken geritft^ ge-lyk God van de zyne. Laat ons dan ons benaarftigen om in disruft in te gaan: op dat niet iemand in datzelve exempel der ongeloovigheid valle. O D& * lO Het OVERVLOEIJENÖ Heemelfe en Weereldfe Maar de PTysheid die van hoven ïs^ die iften (crfien zuiver^ daar na vreedzaam^ be-fcheiden^ gezeggelyk^ vol van barmhertigheiden van goede vrugten^ niet partydelyk oordeeknde en ongeveln/l, Jd^cob: ül. v. i/^^ Op H E R T E. ^i Op Figuur LXVII.\__J ^ Wysheid fchifc van c al en veel^»Hec Eenig, Eeuwig befte deel. Op dat zer eindloos wel afvaare;Maar al wat anders wysheid is de regte wysheid niet; Dit zal zig eindling ogenbaaren. I Matth: XI. vers 25 en a^. n dien zelven tyd anfwoordde Jezus enzeide^ ik danke u Vader ^ Heer e des heemelsen der aarde, dat gy de e ze dingen voor denisoyzen en verftandigen verborgen hebt ^ enhebt dezelve den geopenbaard. Ja Vader ^ want alzoo is geweeft het wel-hehagen voor u. Boek der Wysh: VIL vers 24. U^ant de wysheid is beweeglyker dan allebeweeginge; en vaard door ^ en gaat dooralle dingen, van wegen haar e reinigheid. Os Hoe 212 Het OvERVLOEIJEND Hoe geleerder^ hoe verkeerder. \_J
Size: 1466px × 1703px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan164, booksubjectemblems, booksubjectmysticism