. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 25. â SALICACEAE. â 47. Populua nigra Fig. 44. voriiiig, aan de wortelloten en de jonj^e takken breeder. Alle iiladen zijn aan den rand kaal of eerst iets behaard. De mannelijke katjes zijn j^csteeld, de vrouwelijke ongesteeld. De katjes- schubben zijn wigvormig, handvormig in slippen gedeeld, kaal. De manne- lijke bloemen hebben 12-30 meeldraden, de vrouwelijke een rond vruchtbeginsel met 2 terug- geslagen, gele, vieezige stempels. De vrucht is eirond-kegelvormig met 4 groeven. K 15-24 M. April. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze boom koFnt in


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 25. â SALICACEAE. â 47. Populua nigra Fig. 44. voriiiig, aan de wortelloten en de jonj^e takken breeder. Alle iiladen zijn aan den rand kaal of eerst iets behaard. De mannelijke katjes zijn j^csteeld, de vrouwelijke ongesteeld. De katjes- schubben zijn wigvormig, handvormig in slippen gedeeld, kaal. De manne- lijke bloemen hebben 12-30 meeldraden, de vrouwelijke een rond vruchtbeginsel met 2 terug- geslagen, gele, vieezige stempels. De vrucht is eirond-kegelvormig met 4 groeven. K 15-24 M. April. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze boom koFnt in Midden- en Zuid-Europa voor. Bij ons vindt men hem in bosschen , aan waterkanten en in de duinen, meest aangeplant. Hij was vroeger bij ons meer algemeen , doch is ten deele verdrongen door den veel sneller groeienden Canadeeschen populier. Men treft meer mannelijke dan vrouwelijke exemplaren aan, de laatste heb- ben lichter gekleurde bladen en takken. Soms wordt deze populier ook behandeld op de manier der knotwilgen. in het bui- tenland groeit op dezen boom vooral vaak de vogellijm (Viscum album), soms in bossen van 4 M omvang en 5 cM stamdikte, waarin zelfs vogels nestelen. Biologische opmerking. Op P. nigra vindt men soms viltgallen als op' P. tremula, doch met een zwavelgeel vilt. P. pyramidalis') Rozicr. (P. italica-) Ludw., P. dilatata ') Ait.) Italiaansche populier, (fig. 45). Deze boom gelijkt in vele opzichten op P. nigra, doch is er van te onderscheiden, doordat de stam veel slanker is en duidelijk tot aan den top zichtbaar is. De takken gaan direct naar boven, zoodat de kroon zeer smal is. De bladen zijn ruitvormig, even lang als breed of iets meer breed dan lang, toege- spitst, gezaagd, langgesteeld, met kalen rand. K 24-30 M. April. Voorkomen in Nederland. Deze boom is in het Oosten inheemsch en is bij ons in de tweede helft der 18^ eeuw uit Italië inge- voerd, doch alleen in vrouwelijke exem- plaren en wordt langs wegen en om kerk- hoven aangeplant. Hij vorm


Size: 1424px × 1754px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants