. Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu: voor ooghen ghestelt door de Duyts-Nederlantsche provincie der seluer societeyt . s temandt van ons aüen Die moest om een boodfchap gaen,tLot dat miel op den bevreefteny VVant den lecker loos foo JchoWto,(Scheen hy weefde a>oor de gheeflen, Oft den ftoerten gheluck^ghingh otterfiraeten, Met eenfackel in de handt,Ben rvan fijn lief kameraeten; Defen heeft hy dien heeft hem licht ghegheuen,«Anders ~toou?to hyt niet , doen hiel hy op van beuen,En is daer mé deur al had hyt in fijn hande


. Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu: voor ooghen ghestelt door de Duyts-Nederlantsche provincie der seluer societeyt . s temandt van ons aüen Die moest om een boodfchap gaen,tLot dat miel op den bevreefteny VVant den lecker loos foo JchoWto,(Scheen hy weefde a>oor de gheeflen, Oft den ftoerten gheluck^ghingh otterfiraeten, Met eenfackel in de handt,Ben rvan fijn lief kameraeten; Defen heeft hy dien heeft hem licht ghegheuen,«Anders ~toou?to hyt niet , doen hiel hy op van beuen,En is daer mé deur al had hyt in fijn handen, En dat hy het met hem nam,Dander torts die bleef noch branden, En had euen groot e hy gaf dat bleef hy houTven, En nu pen fy bey ghelijck,,Enfygien op dit betrouten VVt de ploffen, en het daer foo duyftre Toeghen,Daermen fchiernae taflenmoet, En fy zijn foo nserr gkeleghen,En daer flooter <-veel den ghy op den Tfegh niet dealen,Komt hier, Jleeckt <r, fackel aen,Hoe meel lichts dat ghy komt halen,Noch foo blijftfe branden Jlaen. EERSTE EEVWE DER SOCIETEYT IESV. Het ampt der r y a S Sy dc leden, Vos mentes hngitc lmgiu. j ^ de p£en. WAtmeer den beyr int eerftghe^orfen heeft fijn tonghen,Soo uiteen rouT»fluck^njleefch in eenen k[ont ghe drongen,Men vmtnoch poot,noch klater,men [iet daer hooft,nochf eert,Sooligghen altemael de leén in Tcaer ghy Tvilt ,ghen kondt daer met afmaken,£n de natucr alleen Sueet daer niet door te raken: Al üt een beyren-draght, ten heeft noch gheen fatfoen,Voor dat den beyrbaer leekt, de tongh die moet het doen. tGaet \ HET III. EOECK. VERCKENDE S O Cl ETË YT. 189 tGaet oock^alfoo met ons, tgaet oock^foo met de menfchen:W^t gbeeft dat tonandt beeft,oft temandt oockjnoght Tcenfcben,Het is al plomp en bot, onaerdigh, onVolmaeckt,Tot datter ergens eens een tongb Tvefen, en tfatfoen dat moet attenghskens komen,Den ronTven aerdten Tvordtnoyt fejfens af


Size: 1841px × 1358px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorb, bookauthorplantijnschedrukkerij, booksubjectemblems