. De flora van Nederland. Plants. FAMILIH 101. — CAMPANULACEAE. — 287 zij alleenstaand op de stelen, in de oksels van smalle schutblaadjes). De kelk is met naar boven gerichte, aangedrukte haren bezet en heeft lancet- vormige slippen, die na den bloeitijd teruggeslagen zijn. Zij heeft nauwelijks ' :j der lengte van de bloemkroon. Deze laatste is meest trechter-klokvormig, 2-3 cM lang, tot ' ^ gedeeld, met lancetvormige, gebaarde slippen. De doosvrucht (tig. 354) hangt en springt aan den voet open. 4,5-12 dM. 4- Juni—Augustus. In de schaduw worden de bladen grooter en zachter, blijft de tros ko
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIH 101. — CAMPANULACEAE. — 287 zij alleenstaand op de stelen, in de oksels van smalle schutblaadjes). De kelk is met naar boven gerichte, aangedrukte haren bezet en heeft lancet- vormige slippen, die na den bloeitijd teruggeslagen zijn. Zij heeft nauwelijks ' :j der lengte van de bloemkroon. Deze laatste is meest trechter-klokvormig, 2-3 cM lang, tot ' ^ gedeeld, met lancetvormige, gebaarde slippen. De doosvrucht (tig. 354) hangt en springt aan den voet open. 4,5-12 dM. 4- Juni—Augustus. In de schaduw worden de bladen grooter en zachter, blijft de tros korter, zoodat de plant dan aan C. Trachelium, zelfs aan C. latifolia herinnert. Bij zeer krachtige exemplaren staan naast den eindelingschen tros nog zijdelingsche, doch de bloemstelen vertakken zich nooit, zijn dus steeds eenbloemig. De bloemen zijn kleiner dan bij C. Trachelium en C. latifolia. Biologische bijzonderheden. Door het knikken der bloem is het stuifmeel tegen regen beschut en ook hier zoeken weer kleine insecten een nacht- verblijf (zie Campanula). Voor insecten, die voor de bloemen zwevende, honig zuigen, voor vliegen, die gewoon zijn van een vlakke schijf honig te likken, voor in- secten, die te schuw of te voorzichtig zijn om zich op den bodem vaneen diepe bloem te wagen, voor kevers, die veel stuifmeel wenschen, zijn zulke hangende bloemen niet geschikt, zij blijven dan ook weg. Hommels en bijen echter vliegen van beneden naar de klokjes, vattende stempels, stijlen of meeldraden in het midden aan, vaak zelfs de haren, die in het inwendige der holte aanwezig zijn en klimmen zoo in de klok naar den honig, die zich daar natuurlijk boven in deze bevindt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt aan heggen, wegen, in bouwland in bijna geheel Europa vooral op kalkhoudenden grond voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam, het minst komt zij op zandgrond voor. Voliisnamen. In Groningen heet de plant vingerhoedjes, op de Veluwe duivelsnaaigaren. C. Trachelium!)
Size: 1423px × 1756px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants