. Bellerophon, of, Lust tot vvysheyd : begrijpende veel zeedighe, stichtlijcke en leerlijcke sinne-beelden met haere verklaringhen . eltjckc?i wtyoeren. LVST TOT VVYSHEYD, .xxr. GHy Vorllcii die dacr zijc toe wachters wt geleien,En over uwen ftaedt moet voeren heerlchappij:Coomt fiec deiirlichtigh, hoe u macht verfeit moet wefé,Met wijie defticheyt en niet met tyrannij. Gelijck de Ichalcke ilangh voorilchcich in zijn werc-ken,Hier heeft ornflingert en omvlochten in een hoop,Den LeuWjden Hond,den Vos,als dobbel bollewerckê:So moet u Rijck omwoelt zijn met een vaften knoop. De wijflheyt dus gevo


. Bellerophon, of, Lust tot vvysheyd : begrijpende veel zeedighe, stichtlijcke en leerlijcke sinne-beelden met haere verklaringhen . eltjckc?i wtyoeren. LVST TOT VVYSHEYD, .xxr. GHy Vorllcii die dacr zijc toe wachters wt geleien,En over uwen ftaedt moet voeren heerlchappij:Coomt fiec deiirlichtigh, hoe u macht verfeit moet wefé,Met wijie defticheyt en niet met tyrannij. Gelijck de Ichalcke ilangh voorilchcich in zijn werc-ken,Hier heeft ornflingert en omvlochten in een hoop,Den LeuWjden Hond,den Vos,als dobbel bollewerckê:So moet u Rijck omwoelt zijn met een vaften knoop. De wijflheyt dus gevoeght,by fterckheyt en by kloeckhevt heel deur trapt;,in eenen trouwen finWat mocht men braver fchilt van ftael of yfer fiiieden,Om d herten (heel verdeelt) te Ipü(kn met de min. ,,Hout deendracht vaft verknocht in u verbondenfteeden^, Gepanfert en gehart zy dijn manhafcc borfl^^j Laet daer geen gulde Ichicht of filvrc fpielz in treeden,,, Want de verrader ftaegh naet fap van Tem dorft. BELLEROPHON, of XXXÏ. Daermcn by verkeert, wortmen by ghe-eert. apoüine dt&n. Horat. 1)e ^heteertheyt en/Ier ff nimmermeer^maer wort Van de Muf en ofJiVigh Goddinnen ten HemehyerheVen,CaloMulabeat. LVST TOT MOcht i^k leer-gicrigh ecns^.mhijfï kvuyii Heliconïs (pits toe by d^ïMufen kerck:Ey/mocht ick eyndelijck met Iweet en moyte hijghen,Tot mijn volcomen wit en eenigli ooghemerck. Mijn wandel foude zijn,by d edel Confl Goddinnen,Alwaer Jöollo felf zijn fnaeren lieflijck ftelt,Wiens vrolijcke ommegangh ick foude foo beminnen,Meer als de gierghe roeck doet zijn vervloecktegek. Ick foud met mijne mond wt Hi[)pocrems beecken,Opflorpen t lieflijck nat, (den Goden toegewijd)Dan IbLI mijn rappe tongh verftandelijcken ipreecken,Die nu int wilde rak vaft ftamelt^ftruyckt en glijd. „ Wie hem geftadigli houd by die geleertheyd minnen^„ En volcht haer onderwijsden met op mereken leert: Die fal den Lauwer Croon of Mirten Cranfle winnen:j. Daer ghy met ommegae


Size: 1432px × 1745px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1610, booksubjectemblems, bookyear1614