. Iohannis de Brunes Emblemata of Zinne-werck : voorghestelt, in Beelden, ghedichten, en breeder uijt-legginghen, tot uijt-druckinghe, en verbeteringhe van verscheijden feijlen onser eeuwe . ken j noch niet zoo licht en ftuytde kracht van uyt-gefchoten kogels, als de zachtheyd vanwolle of werck, of diergelijcke toe-gevende ftorFen. Alzoo,gelijck de wijfheyd zeght, loeit een Vorft, door geduldigbeyd ^er-%pent : ende een vriendelicke tonge breeckt de bardigbeyd. Laet onsdan deze dulle hitte bedwingen, en ons zelven meeftermaecken van die krachtige tochten, die de reden uyt harenftoel, en on


. Iohannis de Brunes Emblemata of Zinne-werck : voorghestelt, in Beelden, ghedichten, en breeder uijt-legginghen, tot uijt-druckinghe, en verbeteringhe van verscheijden feijlen onser eeuwe . ken j noch niet zoo licht en ftuytde kracht van uyt-gefchoten kogels, als de zachtheyd vanwolle of werck, of diergelijcke toe-gevende ftorFen. Alzoo,gelijck de wijfheyd zeght, loeit een Vorft, door geduldigbeyd ^er-%pent : ende een vriendelicke tonge breeckt de bardigbeyd. Laet onsdan deze dulle hitte bedwingen, en ons zelven meeftermaecken van die krachtige tochten, die de reden uyt harenftoel, en ons uyt Gods wooninge werpen. Fortior efl, quife, quam quifortijfima vindtMœnia, nee dit in vergeldinge, die geen Latijn en verftaet :V Is veel meer, te konnen leydenZïjn begeerten taenden band, Als dat Princen iPijt uyt-breyAen Al de palen Van baer land,By die meefler is gebleven Vandetocbtenvan%ijnbcrt9Heeft alleen een toare leven ,- Vry van kommerlicke t dat by moefle blijven, In een butt <vanflroo enjiijck jVaftcr z&l by daer beklijven, Als een Koninck in zïjn rijch Rr * E M- ,i8 EMBLEMATA» xuv? Wat ruft en gewin geeft luttel HOe koftlick is yt3voor God3hoe zoet, voor ons t taen*fchouwenfDat man en vrouw te z^aemhaer welven onderhouwen,Vanhar er handen werek, en wachten *van de Heer,Niet wat de wereld geeft, veel onrufl ,goed en eer>Maer meteen vrolick hert >gevefl op rotfchegrondenVan Godes trouw en eed, enaen haer plicht verbonden,Des hemels rufl en lujl ,• vertrouwend dat de man,Die Gode s rijekezjoeckt, noytjet ontbreken kan. Uyt-legginge. |£fpjYmoetdenneuze wel volfnot, endeherfTensvolM H fluymen hebben, die niet en rieckt, noch en kanW I| verftaen, de bedriegelickheyd van de aerdfche ho-^^^^^pe. t Is het vier te willen hekelen, enderoodig-hey d van een ticchel af-waffchen -, de valfcheyd, van de we-reldfche dingen, af te zonderen. Die dit ,met ongedecktenhoofde, beftaet te loochenen, zal immers 9 wannee


Size: 1921px × 1301px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorbrunejoh, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1661