. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . ieper als in de fchorffe, dat is, raceken maerhet lichaem , en dringen noyt in het binnenfle onfer zielen :Maer die licffelijcke vrede dergemoets , en voorbode der ccu-wigergcluckfaiighcydc, heymelijckcndopr Godes geeft in onfeherten uytgcftort zijnde , vervult ons den gantfchcn boefenionfer zielen met onuytfpreeckelijcke foetigheydt. Voor Godeen is niet gefloten, hy woont in onfe herten, en fweeft middenonder onie innerlijcklte gedachten. Voorvvaer (feydt de HeereChriftus lohan. 5 • 24 ) die mijn woordt hoort, en gelooft dengenen die my gcfondcn heeft


. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . ieper als in de fchorffe, dat is, raceken maerhet lichaem , en dringen noyt in het binnenfle onfer zielen :Maer die licffelijcke vrede dergemoets , en voorbode der ccu-wigergcluckfaiighcydc, heymelijckcndopr Godes geeft in onfeherten uytgcftort zijnde , vervult ons den gantfchcn boefenionfer zielen met onuytfpreeckelijcke foetigheydt. Voor Godeen is niet gefloten, hy woont in onfe herten, en fweeft middenonder onie innerlijcklte gedachten. Voorvvaer (feydt de HeereChriftus lohan. 5 • 24 ) die mijn woordt hoort, en gelooft dengenen die my gcfondcn heeft, dieheetthct eeuwige leven , datis, (gelijck de Apoftel Paulusc felve iiytleght) vrede desge-moets, enblijdtfchapindenhcyligen Geeft, gcwifle voortcyc-kenen van de toekomende geluckfalighcydt. De midtsdien oockindic leven onbegrypelijcke vermaec-icelijckhcydt; want de blydtfchap die in deghedachtcn is, heefthaergroote, naedegelijckmatighcydt vandefaeckcdiemcn bc-denckf. H 2 A M O R. 88 AMOR, TELA L I V. Maken en breken, Jijn liefdes treken,TZ* Omt Het hier, foetejengt, de krachten defcr beken,-*-^Haer natplach uytceraerceen fackel aen te fteken,En foo daer eenigh licht ontrent het water quam,Dar gmg in hacften iiyt en treurde fonder gaet mijn lief te werk, mijn droef heyt doerfe fpelen,Mijn water maecktfe vier, mijn vreugde doetfe quelen;Siet dus ftaen fy en ick geduerigh in gefchil,ümdatfy nietendüet,aisdaticknieten wil. Amor, tela Penelopes. T^ Lumine cum Dodona rtgatur,-*- Stndtt, (jr, a cltdo liquoru^j/erit:Fcr, ^ huc jive luce facrr:, mtrabitur hojpes E Medio jlintmai f/roJiUtfje canoy fcd Amtca modo T,:e eodem; Hanc egot,,:^ foriti-s hal/eteptnem :llUmovens caltdocjuegelu, oeUdontiecalorem, Mc cuptentefuftty mefugiente cupit. Ah ar er faicl aymer. QUant je fiiis efchauffc, tu rcfroidis mon ame, )e fuis rcfroidi renaiftrefais ma flame,Donnantuneonrrc poixa TunSf lautrehumeur


Size: 1574px × 1587px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems