. Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen. Onderscheyden in III deelen. Op nieuws over-sien en grootelijckx vermeerdert, oock de noten van druck-fauten ghecorrigeert, en verrijckt met vele copere figuren . even,(Doch nu niet meer met wil van 11 bedi even) Dat u dien beul in uw gemoed aen-voed :Voor-leden fchult quijt God om ware f. De goede God fi et maer o p t geen dat nu menfchen heitvol-uyt van fonden oude dichtop een gekiilt,Door boet en bee geboet en Maer zijnt in ude noch-gepleegd ondeugden,Dies hei ten grond wan-hopelijck ont


. Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen. Onderscheyden in III deelen. Op nieuws over-sien en grootelijckx vermeerdert, oock de noten van druck-fauten ghecorrigeert, en verrijckt met vele copere figuren . even,(Doch nu niet meer met wil van 11 bedi even) Dat u dien beul in uw gemoed aen-voed :Voor-leden fchult quijt God om ware f. De goede God fi et maer o p t geen dat nu menfchen heitvol-uyt van fonden oude dichtop een gekiilt,Door boet en bee geboet en Maer zijnt in ude noch-gepleegd ondeugden,Dies hei ten grond wan-hopelijck ontvreugden:tls meer dan recht dat gy geen leven hooptSoo lang gy noch des doodes pad Meer dan recht,dat gy, noch onrechtveerdig,Dat quellen lijdt. Die Helle zijt gy waerdigSoo lang u Ziel geen beter vruchten roept om trooft,die nutter is geftraft. 18. Belet Gods mond de fprake niettondjde : Sy maeckt bedioeft,maer om te doen verblijden. In t fondig hert is t wroegen als een zoutDaer t God een wijl van theel verderf door houd, 19. Met recht derft hy Gods ovei-waerde bly-pandDie vriendfchap houd met Gods gefwooren vyand. Die Stichteüjcke Kijmen. WELDOEN EN VROLIICK Z 11 N, S7. De Man na Godes hart, vond m fijn-Harp vcrmaec!Macr meeit in Lof, en danck, die hy ib God toe blydJ en vrolijck zijn, met weldoen, dats de faeck,Dats tgeen dat God vcreyfcht,Elck yvrich lal betrachte. e i J« Eerfte Deel. Die reyne God lijd in fijn eeuwig rijckNiets,niets onreyns: gelijck bemint eifs,waer-pand en wil u God niet gevenDan als h# t erf u al heeft toe-gefchreven;De ei ftenis en eygent God u nietSoo lang hy noch de Werelt in u fiet:21. Soo lang gy noch word ongetrou bevonden,En wetens blijft oock in de minde fonden:tZy watet zy van al wat is of leeftWaer dooru heit in deugd beletfel heeft:22. tZy wijf, tzy kint; tzy vree* voorfchand , yocfchade,Voor arremoed,voor all hoe groote vonnis ftaet: Na nu de menfche faeyt,Word of de dood


Size: 1864px × 1341px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookcentury1600, bookdecade1640, bookpublisheramsterdamicolom