. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . eyd hoorden*Wie iflèr nu dan zoo verflandig niet, Of zoo met blindheyd in-genoomen,Die deefen buy niet in t gemoet en fiet, En weet dat hy gewis zal koomen fAch armen Menfch! waarom dan zoo gedaan ? - Waarom gebouwt op zulcke grondenDie teegen Dood da Hel niet kunnen liaan Hier word gy immers (lom gevonden. Zoo der L I E F D E J


. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . eyd hoorden*Wie iflèr nu dan zoo verflandig niet, Of zoo met blindheyd in-genoomen,Die deefen buy niet in t gemoet en fiet, En weet dat hy gewis zal koomen fAch armen Menfch! waarom dan zoo gedaan ? - Waarom gebouwt op zulcke grondenDie teegen Dood da Hel niet kunnen liaan Hier word gy immers (lom gevonden. Zoo der L I E F D E J E S U. 61 Zooniet, zoo niet; al die fyn heyl begeert, Moet op de vafte fteenrots bouwen,Hoe Jefus heeft gewandelc en geleert,Dat fal hem eeuwig niet berouwen. Heylig Antwoord. DeRyke Menfch (prak: En itfaltot mijn tfeie figgen,Zielegy hebt veel goederen, diecpgejccht, ^ijnvoor vee Iejaaren, neemt rufle» eet, drinfa ~ijtvroolij{ Maar Gadefeydetot hem,gy dwaas, in decfe nacht (al men uw Ziele vanu eyjeben: en t geen gy bereyd hebt, wiens [al het %ijn ? Al-qoo ]_is V met dien\ die hem (elven fchatten vergaadert en nietrijl^ en is in Gode* Luc. 12. vers. ip. Alle? V O N C K E N beeft fvn mond. — 1 i \.\< il:!- cr^ É^i -^ÉÉ Ifev^ï $$8* J. Wdw/ ;/ff i/<? £nw<r rfc fchconheid der fcbepfélen worda:oorfpronckciykf wcrkmeefler der fcive beschouwt daar bjver*e!dcn %)nde. Wy shcy 115, vers jT. Aan- der L I E F D E J E S U. 6j Aanwerkt de Leelien des velds. Matth. 6. vers 28,Han gefongen worden, op Pfalm iAIs vvy door groene beemden gaan,Daar veeldèrhande Bloempjes flaan, Die tot ons, al iet willen fpreeken,Met wit, en blauw, en rood en geel,Vermengt, befprengc, foo fchoon en eêl, Hoe wel, hoe nau, en dicht bekeeken;Terwyl zy haaren geeft van geur,Doort aangenaame Lyf, van kleur, Zoo hert-verquiklyk van fich geeven,En t windje, veegende oover t Hof,Met bloeyfel-reuk, het ruyfend-lof, Der hooge Poopelaars doet beeven,De morgen-Son zoo heerJyk blink


Size: 1397px × 1789px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectemblems, booksubjectmysticism, bookyea