. De flora van Nederland. Plants. slechts half zoo groot. Helmknopjes vaak onvolkomen. Stijl korter dan de bloemkroon met 3-5-spIeligen stempel. 3" Bloemkroon nog kleiner. Stijl even lang als of langer dan deze, overigens als 2". De 2e en 3e vorm dragen vrucht. Bijl" is het bijscherm losser dan .bij de andere. Wortelstok kruipend. Wortelbladen rondachtig-eirond tot elliptisch. Bovenste stengelbladen meest 7-tallig vindeelig .... V. dioica blz. 325. V. officinalis 1) L. Valeriaan (fig. 400). Deze plant is levendig groen, glad of behaard. Zij heeft een korten, sterk riekenden wort


. De flora van Nederland. Plants. slechts half zoo groot. Helmknopjes vaak onvolkomen. Stijl korter dan de bloemkroon met 3-5-spIeligen stempel. 3" Bloemkroon nog kleiner. Stijl even lang als of langer dan deze, overigens als 2". De 2e en 3e vorm dragen vrucht. Bijl" is het bijscherm losser dan .bij de andere. Wortelstok kruipend. Wortelbladen rondachtig-eirond tot elliptisch. Bovenste stengelbladen meest 7-tallig vindeelig .... V. dioica blz. 325. V. officinalis 1) L. Valeriaan (fig. 400). Deze plant is levendig groen, glad of behaard. Zij heeft een korten, sterk riekenden wortelstok, waaruit meest uitloopers komen, die eindigen in een roset van bladen met tal van smalle blaadjes. Er zijn 1 of meer vrij krachtige, rechtopstaande, gegroefde, holle stengels, die al of niet vertakt zijn en beneden verspreid behaard, doch in de knoopen dicht wit behaard zijn. De bladen staan tegenover elkaar, zijn alle oneven gevind met 13-21 eironde tot lancetvormige, gave of oppervlakkig getande blaadjes. De onderste zijn min of meer gesteeid, de bovenste zittend. Bij de bovenste bladen zijn de blaadjes lijnvormig, gaafrandig. De bloemen zijn vereenigd tot min of meer ineen- gedrongen bijschermen, die samen een vrij dichte tuil vormen. Onder alle vertakkingen staan lijn- lancetvormige, behaarde, aan den rand witvliezige en gewimperde schutblaadjes, terwijl onder iedere bloem nog 2 lancetvormige, spitse schutblaadjes staan, die korter zijn dan de bloemen. De kelkbuis vormt een nauwelijks bemerkbaren, ingerolden rand, die zich bij de rijpende vrucht ontwikkelt tot een uit vederachtige, naar buiten gebogen haren gevormde haarkroon. De bloemkroon is licht- rood, sterk riekend, trechtervormig en heeft een 5-deeligen zoom met stompe, gelijke slippen. De vrucht (fig. 400) is onbehaard, wordt naar boven spits uit een ronden voet, is ovaal-langwerpig en aan de eene zijde bol met 3 verheven richels, aan de andere zijde hol, met zwakke, uit- stekende kiel. Zij is bruin, eenzadig


Size: 2304px × 1084px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants