. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. Afb. N°. 359. „De Mundt van Hollandt te Dordrecht, naar eene teekening van A°. 1749. en door dezen soms verpacht of geschonken aan enkele hunner Steden,Zoo werd o. m. 1354 aan twee Lombardijsche kooplieden, gedurende driejaren, vrijheid gegeven om in Dordrecht, alwaar reeds in en vóór 1323geld geslagen was, munt te slaan. In 1367 werd door Aelbrecht van Beyeren de Hollandsche Munt II. 41 322 DE MUNT TE DORDRECHT. geregeld en op diens last in 1376 in Dordrecht een huis aangekochten tot Muntgebouw ingericht. Wel werd in 1493, to


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. Afb. N°. 359. „De Mundt van Hollandt te Dordrecht, naar eene teekening van A°. 1749. en door dezen soms verpacht of geschonken aan enkele hunner Steden,Zoo werd o. m. 1354 aan twee Lombardijsche kooplieden, gedurende driejaren, vrijheid gegeven om in Dordrecht, alwaar reeds in en vóór 1323geld geslagen was, munt te slaan. In 1367 werd door Aelbrecht van Beyeren de Hollandsche Munt II. 41 322 DE MUNT TE DORDRECHT. geregeld en op diens last in 1376 in Dordrecht een huis aangekochten tot Muntgebouw ingericht. Wel werd in 1493, toen de Graaf in twist was met die Stad, deMunt tot straf naar Geertruidenberg verplaatst, doch zeven jaar laterwas zij in Dordrecht terug, dat in 1418 van Jan van Beyeren hetprivilegie verkreeg; „van de munte van Hollant t Dordrecht te leggen. — 112.Ö5M5- ende nergens anders; toen de Stad echter wat al te eigenmachtig tegen-over de Munters optrad, liet Philips van Bourgondië haar in 1429 naarSevenbergen overbrengen, waar zij slechts één jaar bleef. In Dordrechtteruggekomen, bleef zij daar gevestigd, tot Koning Lodewijk haar in 1807ophief en naar Utrecht verplaatste. Bij de regeling der Munt in 1367 worden reeds genoemd: een Munt-meester, een Waerdijn, een Essayeur of Proefmeester, een Stempel- ofijzersnijder, Provoosters of Smidsmeesters, een Griffier en Gesworenen,Munters, werklieden en knapen. De Muntmeesters genoten vele voorrechten, vrijstelling van zettingenen beden, vrijdom van tolle voor hunne werktuigen en stonden met DE MUNT TE DORDRECHT. 323 het muntpersoneel voor kleine misdrijven terecht voor eene eigene, deMuntersrechtbank, en voor grootere voor den Baljuw. Zij mochten éénhunner naaste bloedverwanten als knaap opleiden, om later hun plaatsin te nemen, terwijl bij afzonderlijke keuren, costumen en privil


Size: 1885px × 1326px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture