. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . t een afgod van een weereldlyk verry-ken. Om van den waaren God door zonden af tewyken. Hier is de Heilige en van God gebooden haat. Wanneer het Kind om God zyn ouderen ver-laat. Matth: XIX. vers 29. 7 mL^oo wie zal verlaat en hebben huizen^ ofbroeders, of ztifters, of vader of moeder, ofijoyf of kinderen, of akkers, om myiis naamswille^ \_die~\ zal honderdvoud ontvangen^ enbet eeuwige leeven beërven. Lucas XIV. vers iemand tot my komt^ en niet haatzynen vader en moeder^ en wyfen kinderen^en broeders en ziifters^ ja ook zelfs zyn eige


. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . t een afgod van een weereldlyk verry-ken. Om van den waaren God door zonden af tewyken. Hier is de Heilige en van God gebooden haat. Wanneer het Kind om God zyn ouderen ver-laat. Matth: XIX. vers 29. 7 mL^oo wie zal verlaat en hebben huizen^ ofbroeders, of ztifters, of vader of moeder, ofijoyf of kinderen, of akkers, om myiis naamswille^ \_die~\ zal honderdvoud ontvangen^ enbet eeuwige leeven beërven. Lucas XIV. vers iemand tot my komt^ en niet haatzynen vader en moeder^ en wyfen kinderen^en broeders en ziifters^ ja ook zelfs zyn eigenleeven^ die kan myn difcipel niet zyn. Rom: XI. vers 16-18. Indien de eerflelingen heilig zyn, zoo is ookhet deeg [ heilig: ] en indien de wortel heiligIs, zoo zyn ook de takken [heilig.] En zoo eenige der takken afgebroken zyn,en gy een wilde olyfboom in derzelver [plaatfe ]zyt ingeentet, en des wortels en der vettigheid4es olyfbooms mede deelagtig zyt geworden, Zoo roem niet tegen de takken. D 4 Komt 56 Het OVERVLOEIJEND XV. Komt in, Komt Ik hen de Deure: indien iemant door myin gaat y die zal behouden worden y Joan: 9. op H E R T E. 57 Op Figuur XV. J[_ J[oe lieflyk is het lieve men komt uic koud en guur? Hoe zouden v^7 niet Wyfiyk leercn,Van al het ongemak en is en nog te koomen flaat. Tot Gods Genade, in te keeren. V Is Noodzaakelyk.\y/ ilde ik myn Turf en Hout zoude my geen warmte baaren. ó Mens hoe z^^i gy zoo verblind!En zoo verkeerd in uw gy geen wcereld wild verliezen. En in haar plaats den Heemel wind. Op dat het bereid zy. V y erwagt men maar een Eerlyk man,f/len veegd het Huis met Beesmen an: D 5 6 Mem 58 Het OVERVLOEIJEND ó Mens waar zyn zog uw gcdagcen,■D^^ gy> geruft in vlees en bloed,Met een beftoft en vuil gemoed. Zoo grooten Koning durft : XVIII. vers 27. B y den Kernen houd gy u Rein^ maar byden verkeerden bewyfl^ neen ijoorjlelaar. Ps: XXIV. vers 3-5. Wie zal klimmen op den ber


Size: 1461px × 1709px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookce, booksubjectemblembooksdutch