. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. geiiüenid. Deze is de grootste van alle bekende soorten, vermits zij tot dertien voet lengte bereikt. Bij voorwerpen van deze grootte heeft de kop eene lerjnte van drie voet, en de voorste horen is even lans. Dp witte neushoren bewoont, gelijk de Keitloa, de binnenlanden van Zuid-Afrika, komt echter slechts noordelijk van Kurrichane voor. Men treft hem, gelijk de overige Afrikaansche soorten, tot kleine troepen vereenigd, op grasvlakten, of op lieuvelachtige en met struiken begroeide str
. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. geiiüenid. Deze is de grootste van alle bekende soorten, vermits zij tot dertien voet lengte bereikt. Bij voorwerpen van deze grootte heeft de kop eene lerjnte van drie voet, en de voorste horen is even lans. Dp witte neushoren bewoont, gelijk de Keitloa, de binnenlanden van Zuid-Afrika, komt echter slechts noordelijk van Kurrichane voor. Men treft hem, gelijk de overige Afrikaansche soorten, tot kleine troepen vereenigd, op grasvlakten, of op lieuvelachtige en met struiken begroeide streken De Neushoren van Java. RMtioceros Jaranicits. DE KLIPDASSEN. H Y R A X. De Hollandsche volkplanters aan de Kaap de Goede Hoop hebben den naam van Klipdas gegeven aan een dier, welks zonderlinge gestalte en maaksel langen tijd een raadsel geweest is voor de natuurkundigen, en welks verwantscliap met de zwijndieren voor het eerst aangetoond werd door G. Cuvier. De uiterlijke gestalte der klipdassen doet, inderdaad, veeleer aan die der marmotten, dan aan die der zwijndieren, denken; hun maaksel toont daarentegen ten duidelijkste aan, dat zij zich meer aan de neushorens dan aan andere (lieren aansluiten, ofschoon zij in het algemeen als een zeer afwijkende vorm beschouwd moeten worden. De klipdassen worden in Afrika en in de nabijliggende streken van Azië, te weten Arabië en Syrië, aangetroffen. Het zijn dieren die ongeveer de grootte hebben van een gi-oot konijn; maar hunne jiooten zijn korter en dikker, hun ligchaam is veel steviger en meer ineengedrongen; hun kop is hooger; de ooren zijn tamelijk klein en afgerond; hun staart heeft de gedaante van een stompje: zij hebben zeer koite teenen, aan de â voorpooten slechts drie in getal, en deze zijn van breede, platte en van voren als afgehakte nagels voorzien, met uitzondering echter van den binnensten nagel der achterpooten, die gootvormig en omgekruld is. Al hunne deelcn zijn met zachte, tamelijk lange haren
Size: 1906px × 1310px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872