. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . gewoonlijck was te vieren:En rechten jaerlijcx toe een groote ^^^a/p^jfeeft-,Daert al ter maeltijd quam wat vroli;ck was van huys hij tot triumpheen eycken vuyr deed blaecken,Om al den heelen choor der ilempers te als eens bij gevalden Noordenwind op ftack,E n dopgeftegen vlam floeg in het rieten dack,De kermis was gefteurt, thuys b
. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . gewoonlijck was te vieren:En rechten jaerlijcx toe een groote ^^^a/p^jfeeft-,Daert al ter maeltijd quam wat vroli;ck was van huys hij tot triumpheen eycken vuyr deed blaecken,Om al den heelen choor der ilempers te als eens bij gevalden Noordenwind op ftack,E n dopgeftegen vlam floeg in het rieten dack,De kermis was gefteurt, thuys branden lichter lagen,De gaften vloden w^ch, verbaeft en heel Muysken om tontgaen die hongerige midden uytden brand verbaeft gevloden huys-heer zat van bier, en vol en dol ^t Muysken bij den fteert en werp het in de vonck^n:En riep, O ontrou gaft! waer hebbe ick oyt verfchuld^Dat gij in onfpoed mij zoo haeft verlaten zult ?5, DietAvonthuur vrundenen ontbreken,„ Zoo lange als zijn planeet blijft een geluckig teecken :„Maer als Fortuyn den neck op t onverzienfte wend,5jHem nauiijcx eenen vrund van zoo veel vrunden kend. 66 Warande der Dieren. 66, Fo^eUer ende INfgdijcx ift me: een Procureur te afgeloopen. Wantals hem eener een vercering deed , foo heeft hij die fclve [om dat fehem te flecht dochte] niet willen aennemen , overmits hij wat meerderendegrooter hoopte te krijgen. Maer als hij fag , dat hij niet alleen geengrooter, daer hij op wachte, maer oock de klcyne , die hij veracht had,niet en kreeg : foo is hij op hem felven foo toornig geworden , dat hijijjn heett bclafi, zij foude hem met een houte Ichof^el luftiede kndens fmeercn ; op dat hij door fulckc flagen wijs wierde , endeTioortaen hei kleyn niet verachte. P o n t a n u s. Lxvr. E En Vogelaer in t veld uytfpannende zijn garen,Gezeten ondert bruyn van ichaduwende blaren,Een wolcke Fincken tot zijn net afdalen za
Size: 1725px × 1448px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1680, booksubjectemblems