. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Be (jehranyde Luijaard. Bradypna torqiiahts. kleine oorschelp is onder liet grove en drooge haar verborgen, hetgeen alle deelen van het ligchaam bedekt. Zij hebben snijtanden noch hoektanden ; maai' iiet voorste paar kiezen neemt den vorm van hoektanden aan, terwijl zij tevens , gelijk alle overigen, rolvormig zijn. Al deze kiezen hebben noch verglaassel, noch eigenlijke wortels. De tong der luijaarden is klein en glad. Hunne maag is, even als bij de herkaauwende dieren, zeer zamengesteld


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Be (jehranyde Luijaard. Bradypna torqiiahts. kleine oorschelp is onder liet grove en drooge haar verborgen, hetgeen alle deelen van het ligchaam bedekt. Zij hebben snijtanden noch hoektanden ; maai' iiet voorste paar kiezen neemt den vorm van hoektanden aan, terwijl zij tevens , gelijk alle overigen, rolvormig zijn. Al deze kiezen hebben noch verglaassel, noch eigenlijke wortels. De tong der luijaarden is klein en glad. Hunne maag is, even als bij de herkaauwende dieren, zeer zamengesteld, of, met andere woorden, er zijn drie magen aanwezig, van welke de eerste zeer groot, de derde zeer klein en wederom door eene dwarse plooi in twee afdeelingen gescheiden is. Het darmkanaal is daarentegen kort, en de blinde darm ontbreekt. De bloedvaten der pooten vormen vaatvlechten. De tepels staan op de borst. De schedel vertoont het eigenaardige, dat de neusbeenderen zeer klein zijn en dat het jnkbeen van achteren vrij en naar onderen in een groot uitsteeksel verlengd is. L)e Luijaards worden uitsluitend in de groote bosschen van het heete Amerika, van de Honduras-baai zuidelijk tot Paraguay aangetroflen. Zij houden zich steeds op boomen op, aan wier takken zij nagenoeg altijd hangen of bedaard londklauteren. Op den grond komen zij slechts oin van den eenen boom naar den anderen te geraken, en zij bewegen zich alsdan, vooral wanneer zij vervolgd worden, met meer snelheid dan gewoonlijk, ofschoon deze bewegingen moeijelijk zijn, daar zij met de klaauwen naar binnen gekeerd loopen. Het wijfje brengt jaarlijks slechts een jong ter wereld, zonder zich ilaarbij op den grond te begeven, en het draagt dit jong, zoolang het zuigt, op den rug met zich rond. De Luijaarden voeden zich met boombladeren, of ook met vruchten, en zij drinken zeer weinig of nooit. Zij kunnen den honger langen tijd verduren en hebben een zeer taai leven. Men brengt de Luijaarden, naar het getal dei' teenen


Size: 1599px × 1563px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872