. De flora van Nederland. Plants. 356 — COMPOSITAE. FAMILIE A. Novi Bélgii ') L. N i e u w - B e 1 s i s c h e a s t e r. Deze plant "heeft een reclitopstaanden stengel, die beneden vrij kaal is. De bladen zijn stengelomvattend, langweipig-lancetvormig tot lancetvormig, spits, van boven aan den rand ruw. , .,. ^ ,o De hoofdjes zijn aan de takken meest tros- of scherm-pluinivormig gerangschikt. 6-12 dM. :^. September, October. De variëteit (^. laevigdtiis-i) A. Gray (A. brumalis-) Nees.) (fig. 431) heeft toegespitste, vrij gladde bladen, die in het midden aangedrukt gezaagd zijn. De
. De flora van Nederland. Plants. 356 — COMPOSITAE. FAMILIE A. Novi Bélgii ') L. N i e u w - B e 1 s i s c h e a s t e r. Deze plant "heeft een reclitopstaanden stengel, die beneden vrij kaal is. De bladen zijn stengelomvattend, langweipig-lancetvormig tot lancetvormig, spits, van boven aan den rand ruw. , .,. ^ ,o De hoofdjes zijn aan de takken meest tros- of scherm-pluinivormig gerangschikt. 6-12 dM. :^. September, October. De variëteit (^. laevigdtiis-i) A. Gray (A. brumalis-) Nees.) (fig. 431) heeft toegespitste, vrij gladde bladen, die in het midden aangedrukt gezaagd zijn. De hoofdjes zijn groot en staan meest alleen aan de toppen der takken. De omvvindselbladen zijn lancetvormig, tamelijk rechtopstaand. De straalbloemen zijn bleekblauw, doch worden bij het drogen hemelsblauw. 6-12 dM. ' October, November. Voorkomen. Deze plant is afkomstig uit Noord-Anierika, doch is sinds 200 jaren een veel gekweekte sierplant. Zij is langs beken en rivieroevers, zeldzaam verwilderd ge- vonden. Ook de var. is een sierplant en ook zeldzaam verwilderd aangetroffen. A. salicifólius ') Scholl. (A. salignus i) Wiild.). Wilg- aster (fig. 432). Deze plant heeft een vertakten wortelstok, waaruit ver- scheiden rechtopgaande, meest pluimvormig vertakte, sterk bebladerde stengels komen, die beneden kaal zijn. De bovenste en meestal ook de middelste bladen zijn gaafrandig. Alle bladen zijn lancetvormig, toegespitst, van boven aan den rand ruw, de onderste zitten met versmalden, de bovenste met breeden voet. De hoofdjes zijn vrij groot en staan scherm-pluimvormig of bijna trosvormig, op stelen, die schutblaadjes dragen. Het omwindsel is tolvormig en bestaat uit 7-9 lancetvormige, los dakpansgewijs liggende, spitse ongelijke blaadjes. De straal- bloemen zijn eerst wit, ten slotte iets blauwachtig, de schijf- bloemen geel, later oranje. De vruchten zijn samengedrukt, ruw, met een haarkroon, die 3 maal zoo lang is als de vrucht. 9-15 dM. 0^.. Augustus, September. Voorkom
Size: 1450px × 1723px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants