. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . Waent dat de Leeuw bedeefl: wort door zijnfelheyd woedigh,Hem op zijn hielen volght met een gefwinden loop,En tonbedachtelijck brenghthij zijnvleefs te koop. •X^^Leeuwe in t fwingen fict den tragen Zi/f/volgen, •Scheurt hem ter aerden ftracx met een gemoet verbolgen, >En feght: dit is voor mij, voor t welgebooren bloedEn t eedle koninghs herte eendoren in
. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . Waent dat de Leeuw bedeefl: wort door zijnfelheyd woedigh,Hem op zijn hielen volght met een gefwinden loop,En tonbedachtelijck brenghthij zijnvleefs te koop. •X^^Leeuwe in t fwingen fict den tragen Zi/f/volgen, •Scheurt hem ter aerden ftracx met een gemoet verbolgen, >En feght: dit is voor mij, voor t welgebooren bloedEn t eedle koninghs herte eendoren in mijn ick voor yemant wijck. Dit is, o flechten broeder!Dijn uyterfte bancquett. O aller Haefen moeder! ,,- Volgh waenwijs niet dien raed,om als dijn Princc vliet,„ Hem fmaet en IJ3ot te doen,om voeden zijn verdriet:,, Of u fchoon t Avontuer toont gunftich haere tuyten,jj Sij draeyt tefchielijck t hooft, en fteeckt u in de , Verftonden zij te recht den korrel van de laeck,5, Dat onbedachtheyt is t verdcrffder dwaefen vaeck, .;, Zij fouden wel befint op beter kanilen letten,jjDen Efd fouw denLecuivnietnaezijneeerefetten» • Gg iij ; 11J W A R A N D B p E R D I E R F. N. ï I ƒ. 2)en hafe en de TTEt laet hem aenzien, of H^wwz^^/diewijtvermaerdcVeIc-•■^ overfte, ende Fahius Maximus d\Qxgt\\]kQr\ compadt met mal-kander ^emaeckt hadden. Want Hamnbjlwas in zijn voornemen,cndeaenHagen rafchendernel,f^^///jdaerentegen langfaem endebedacht. HamiibalwcriÏQt hem op zijn kloecklieyt,ende vingh defi\eck fomtijds gants onbezint aen. Maer Fabius was wel lang-faem, nochtans vierig, ende ftantvaflig in t werk. Hier uyt quamc[t welk ook //.ïw//^.j/felfs moeft bekennen] dat/rf^/«xdickwijlsfnelder met zijn welbedague langfaemheyt, 2lIsHannibalmet zijnal re groeten haefl: aenquam, endefladtinnam. InVitaFabii. cxv. E En ongeziene kans de SchikpaJde heeft beftaen,Alsmetdenlichten/iZ^^fjzi) ^inck een met zijn fnelligheyt, en rafligheyt va
Size: 1708px × 1463px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1680, booksubjectemblems