. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . s de menfch geruft,Iset niet een felfaem wefen ? Niemant heeft er vollen luft: Schoon men komt tot hoogc ftatcn , Schoon men heeft geduchte men krijghtoockgrootebaten. Noch is t dat men meerder , laet u vergenoegen Met dat u den Hemel geeft,Wilt u na de reden voegen, Dat ist befte datmen wenfchen jhoopen ,fchromcn? Waerom altij t weder aen ?Schoon ghy mochtet al bekomen, t Kond u dan oock flimmer gaen. Qüin & hoc iilodö applicari poterit fimiiitüdo : Pi/cis cum modim ingrediendi mjfam videat, egrediendi non ^idea
. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . s de menfch geruft,Iset niet een felfaem wefen ? Niemant heeft er vollen luft: Schoon men komt tot hoogc ftatcn , Schoon men heeft geduchte men krijghtoockgrootebaten. Noch is t dat men meerder , laet u vergenoegen Met dat u den Hemel geeft,Wilt u na de reden voegen, Dat ist befte datmen wenfchen jhoopen ,fchromcn? Waerom altij t weder aen ?Schoon ghy mochtet al bekomen, t Kond u dan oock flimmer gaen. Qüin & hoc iilodö applicari poterit fimiiitüdo : Pi/cis cum modim ingrediendi mjfam videat, egrediendi non ^ideat, ^ nihilomi-nm mgrediatür,piJcatoribwsjitprxda :non efl ergo fujcipicndum negotium, nifiprmsperfpetla ratione qua te po f is inde mrjii^ explkare: nee enim labyrinthi «.=gredicndiftmtfinejilo, quojecurmpops redire. Cidetot t^emo efl, qum uhbis, quam ibi, ubiefl, ejje malit, namjuam quifquecondiüo-mm mifcrrimam putat j cum tarnen eontentum (tas rebmefje, maxima Juntccrtipmaque dhpiti<€o K QUA- Q^U ALIS REX TALIS GREX, C Iet doch eens in defenpoe!Was te Doren geen gejoel,Geengeruchte, geengefchilyMie dingen yoarenjlil,Al de ipogelsjoiider nip,Al de vogels Jonderflrijt,Maer eenjchreeit^er met er yluchtHier gelpalkn uytelucht,Maeckte, doorftjn hees gefchal,Twfl en oproer olperal^Maeckte dat hetgantjche rot G^uam gedrongen uyt het kot,G^amjoofel hier in geftortDat het ypater troubel-svort. Het is nut tefijngehoftVat een pys, eenjeljaem hooft >T>at alleen een eenigh manGantjche Rykenflooren kan;Dan het is oock ^oelgefienHeden en in ouden tyen,Dat een eenigh hooft gefeltt Gantjche lam in rufie fielt. Tp Um fluvialis anas fine murmure ludit in undis, Cum fibi vicinum non videt efle marem 3Irruat in medias fi mafcula forte volucris,Fit fonus, & ftagnat turbida fxce , tarnen efficitunus & alter Vulgus ut infana feditione f remat:ToUe ducesfceleris,mox cxteraturbaquiefcet:Qui fapit, hic tantum lilia fumma -vid: in Abjolonc, z Sa
Size: 1579px × 1583px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems