. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 30. CHENOPODIACEAE. 107 A. A\eijer). Brave De bladen zijn meest zwak getand en hebben een stompen top. De bloeiwijzen zijn grooter dan die van C. foliosum, de hoogere zijn zonder schutbladen en zijn tot een schijnaar verbonden. De middenbloem is 4-5-taMig, de zijbloemen hebben een 3-deehg blocmdek met I meeldraad. Ook hier groeit weder het bloemdek om de vrucht tot een sappige bolronde schijnvrucht uit. Het zaad is scherpkantig. G. 1,5-6 dM. Juni—Augustus. De vruchtdragende bloeiwijzen gelijken in kleur en vorm wel op een kleine framboos. Voorkomen in


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 30. CHENOPODIACEAE. 107 A. A\eijer). Brave De bladen zijn meest zwak getand en hebben een stompen top. De bloeiwijzen zijn grooter dan die van C. foliosum, de hoogere zijn zonder schutbladen en zijn tot een schijnaar verbonden. De middenbloem is 4-5-taMig, de zijbloemen hebben een 3-deehg blocmdek met I meeldraad. Ook hier groeit weder het bloemdek om de vrucht tot een sappige bolronde schijnvrucht uit. Het zaad is scherpkantig. G. 1,5-6 dM. Juni—Augustus. De vruchtdragende bloeiwijzen gelijken in kleur en vorm wel op een kleine framboos. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze plant is in Zuid-Europa inheemsch, is ook als de vorige wel bij ons gekweekt en zeer zeldzaam verwilderd gevonden. C. Bonus Henricus L. (Blitum Bonus Henricus C. Hendrik. (Fig. 115). De plant is meelachtig bestoven, iets kleverig, zonder geur. Uit den dikken wortelstok komt een rechtopgaande of opstijgende stengel, die meest onvertakt is en waarvan de bladen meest zoo dicht opeenstaan, dat de stengel en ook de bloemkluwens in de bladoksels niet te zien zijn. De bladen zijn groot, langgesteeld, glanzend, 3-hoekig stekelpuntig met bijna spiesvormigen voet, de bovenste zijn kortgesteeld en langwerpig- lancetvormig. De groenachtige bloemkluwens zijn tot korte schijnaren vereenigd , die een dichte, naar boven aarvormige, alleen aan den voet bebladerde pluim vormen. De bloemdekslippen zijn niet gekield. De middenbloem is 5-tallig, de zijdelingsche hebben 2-3 meeldraden, maar zijn ook vrij vaak vrouwelijk. Het bloemdek bedekt de vrucht niet geheel. De zaden zijn 2 mM lang, alle rechtopstaand, glanzend en hebben een stompen, dikken rand. ^. 1,5-6 dM. i\\ei—Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in moestuinen, langs wegen, op ruigten en mesthoopen voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam, en het meest nog in Zuid-Limburg op den lössbodem, verder op rivierkleigronden. 8. Bèta 2; Trn. Biet. Bloemen 2-slachtig, met 5-splet


Size: 1443px × 1732px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants