. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . dermin-(le niet tegen ge weeft. Doch hij konde niet verwerven, maerisTan dien grouwfamen Tyran omgebracht. X i p h 1 l i n u s. XCIII. EEns LanJmans ackèr ftond gelaen met gouden koren,Maer \ wert van Gangen en van Kjanen hij van toornighcyd zijn ftricken heeft geftelt,Om decs roof-voglen te verralTchen op het lagh op zijne luym met
. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . dermin-(le niet tegen ge weeft. Doch hij konde niet verwerven, maerisTan dien grouwfamen Tyran omgebracht. X i p h 1 l i n u s. XCIII. EEns LanJmans ackèr ftond gelaen met gouden koren,Maer \ wert van Gangen en van Kjanen hij van toornighcyd zijn ftricken heeft geftelt,Om decs roof-voglen te verralTchen op het lagh op zijne luym met overgroot verlangen,En heeft juyft bij geval een KJepdaer Oyeyaer uyt ancxt heeft zijne onnoozelheydDen .^ckerman verbaeft tot onfchuld voorgcleyd:Den tijd mijns levens noytbefchadighde ick u granen,(Zeght /6/ev^fr)gelijckde Ganzen en de (fprack de Voo^elaer) het lijfis u ontzeyd,U onlchuld niet en geld, ick vind u op het fey , Wie veyligh leven wil in ftilheyd uytgenomen,„Verzelzichdaeghlijcx bij t gezelfchap van de vromen.„ Want wie den quaden volght, diet booze zijn gewoon,„ Word ey ndlijck achterhaelt,en krijgt der quaden loon. Bbij J^4• Warande der Dieren. 94. De VFolf Vervolgt het Schaep,. SOo ifl eenige Roomfche foldaten als Titus Vefpct^fiamis de Roomfche Keyfer Hierufilem belegert had, drongh datRoomfche krijgfvolck int veroveren vandeSradt mer alle machtop de Joden. Ende als de loden t gedrang niet langer vvederftaenkonden , vluchteden zij inden Tempel om haer te falveren: maertkrljgfvolck fnelde haer foo na,dat zij haer haeftlijck daer wederuytmaekten. Als nu dat krijgfvolk met groter ongefluymigheydinden Tempel drong, nam het vier rontom den 1 empel allbo deoverhandt, dat zij de vlammen niet langer ontloopen konden,maer in die felfde jammerlijck verbranden moeden. Josephus. XCIV. DEn hongctigcnWolf] ter zijden weghgefcholen,Zag een onnoozelSchaep lancx topen veld gaen dolen:Dies greetigh nae het aes hij aengevlogen
Size: 1718px × 1454px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1680, booksubjectemblems