. Vervolg der leerzaame zinnebeelden ; Spiegel der boetvaardigheid en genade ; en eenige Stichtelyke gezangen . dNaar uw gewyde vreugdeftad, Of van liet fpoor getreeden. Ontfluitons, Heer, het zielgezicht. Op dat w erkennen mogen,Waar in wy, door verzuim van pligt. Ten kwaade zyn laat ook uw liefde, die oneindig is. De fchulden ons vergeeven,Op dat geen dooddaap deezen nacht,Ontydig over ons gebragt. Een einde maak van t leven. Ei laat, terwyl wy ziel en leên Van zorg en wacht ontflaaken ,Uw oog, van flaapzuchtnooitbeflreên. Tot onzen welftand waakcn, ^ Op C6 S T 1


. Vervolg der leerzaame zinnebeelden ; Spiegel der boetvaardigheid en genade ; en eenige Stichtelyke gezangen . dNaar uw gewyde vreugdeftad, Of van liet fpoor getreeden. Ontfluitons, Heer, het zielgezicht. Op dat w erkennen mogen,Waar in wy, door verzuim van pligt. Ten kwaade zyn laat ook uw liefde, die oneindig is. De fchulden ons vergeeven,Op dat geen dooddaap deezen nacht,Ontydig over ons gebragt. Een einde maak van t leven. Ei laat, terwyl wy ziel en leên Van zorg en wacht ontflaaken ,Uw oog, van flaapzuchtnooitbeflreên. Tot onzen welftand waakcn, ^ Op C6 S T 1 C II T E L Y K E Op dat geen ramp den flaap belett,Geen angel zich in t hertc zett, Om listig te verftrikkenDoor eenig beeld van fnoode lufl:,INIaar dat door ongeftoorde ruil Zich lyf en geeft verkwikken. Vergun ons zo met verfe kracht Onz oogen weer t uw genaê met fcherper wacht Ten goede te gebruiken,En fteeds, als kinders van het lichteTe wandlen voor uw aangezicht: Op dat wy, t naare duifterDes helfen nachts uit gunft ontvloón „U mogen looven voor uw troon In eeuwig licht en TRAAG- GEZANGEN. 67 TRAAGHEID, D E BRON VAN ONHEIL. VXcen fchaadelyker zonde op kwaad, dat grooter onheil baarde. Als traage en vuige ledigheid ,Die, zich vergeetende in de pluimen ,Doet alle zorg het herte ruimen, En viert van allen arrebeid. Wat vrucht kan zulk een wortel draagen,Dan fpaaden rouw, en bitter klaagen, In droevige armoede en gebrek ?Maar ach! het fluiraerig geweeten,Te dwaas verwaarloosd en vergeeten, Krygt grooter Ichaade, en (hooder vlek. t Verzuimde land geeft nimmer kooren,Maar niet dan distelen en dooren : Geen huis, hoe \aft hetIchyntgebouwd,Hoe fchoon, hoe fierelyk te brallen,Dat niet in t korte moet vervallen, Zo niemand daar de hand aan houd. Die tegen flroom zoekt op te vaaren,Word afgcdreeven door de baaren. Zo niet geftaag de riemen word de geeft, tot ruft begeeven ,Allengskens achterwaarts gedree\en. Te rug gevoerd van s leven


Size: 1679px × 1489px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, booksubjectemblems, booksubjectmoraleducation