. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. — COMPOSITAE. 373. De hloeiiiüii zijn j;rocnacliti^. De mannelijke hoofdjes vormen meest 3 eindelini,'selie aren. de vrouwelijke staan 1-3 bijeen in de biadoksels. Het vrouwelijk omwindsel draaji;t 6 stekels. De vruchten zijn klein, 4-5 niM lan^, meer lang dan breed, cylmdrisch, bijna glad. Zij heb- ben onder den top een ring met 6 korte, opgerichte, spitse stekels en eindigen in een bijna gaven snavel. 2-10 dM. Q. Septem- ber, October. Voorkomen. De plant behoort thuis in Noord-Amerika en is bij ons met Amerikaan- sche klaver en later ook met gra


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. — COMPOSITAE. 373. De hloeiiiüii zijn j;rocnacliti^. De mannelijke hoofdjes vormen meest 3 eindelini,'selie aren. de vrouwelijke staan 1-3 bijeen in de biadoksels. Het vrouwelijk omwindsel draaji;t 6 stekels. De vruchten zijn klein, 4-5 niM lan^, meer lang dan breed, cylmdrisch, bijna glad. Zij heb- ben onder den top een ring met 6 korte, opgerichte, spitse stekels en eindigen in een bijna gaven snavel. 2-10 dM. Q. Septem- ber, October. Voorkomen. De plant behoort thuis in Noord-Amerika en is bij ons met Amerikaan- sche klaver en later ook met graan aange- voerd. Zij is echter bij ons onbestendig, daar de zaden zelden rijp worden. A. trifida ') L ü r i e d C e 1 i ,^ e a m b r o S i n. Ambrosia artemisiifolia Bij deze soort is de stens^'cl ; of bijna ulad, Pi^ 45^ vertakt. De bladen zijn tegenoverstaand, gestccld , 3- ^, vrucht, h du/.elfdc In horizontale nervisj, diep S-Ji-iobbifj, de bovenste zijn soms niet doorsnede. ingesneden en ovaal. De bladlobbcn zijn lancctvormig of ovaal, scherp ,<iezaai;d, spits of toegespitst. De mannelijke blocmhoofdjes staan in 3-10 cM lange aren en hebben komvormige, 3-rib- bigc omwindselbladen met gekartelden of afgeknotten rand. De vrouwelijke bloemen zitten in de oksels der bovenste bladen opeengehoopt, zij zijn tolvormig of omgekeerd eirond, 5-7-ribbig, iedere rib heeft een knobbel aan den top. 3-17 dM. 0. Augustus, September. Voorkomen. De plant komt in Noord-Amerika op vochtigen bodem voor en is bij ons op een paar plaatsen met zaden aangevoerd (Amsterdam, Leiden, Middelburg, Vlaardingen). 16. Xaiithiuni-') Trii. Stekelnoot. Planten eenhuizig. Bladen gesteeld, verspreid. Hoofdjes in oksel- en eindstandige, korte, kluwenachtige aren, de mannelijke, zoo groot als een erwt en gesteeld, in het bovenste deel er van, de vrouwelijke, bijna zittende, in het onderste deel, zeldzamer de laatste alleenstaand. Mannelijke hoofdjes bolrond , na den bloeitijd afvallend. Algemee


Size: 1496px × 1669px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants