. De Bykorf des Gemoeds : Honing zaamelende uit allerley Bloemen . diezal in der eeuwigheid keven. En het hrood dat ikgeeven zal, ismyn vlees ^ het welk ik geeven zalvoor het leven der wereld. De Joden dan ftreeden onder malkander en, zeg-gende 5 Hoe kan ons deze [_zyn] vlees te eet en gee-ven ? Jezus dan zeide tot haar ^ Voorwaar ^voorwaarzegge ik u-lieden , V en zy dat gy het vlees desZoons des menfchen eetet, en zyn bloed drinket,zo en hebt gy geen leven in u zelven. Die myn vlees eet, en myn bloed drinkt, die heefthet eeuwige leven: en ik zal hem opwekken ten uiter ft en dage. IVant myn vl
. De Bykorf des Gemoeds : Honing zaamelende uit allerley Bloemen . diezal in der eeuwigheid keven. En het hrood dat ikgeeven zal, ismyn vlees ^ het welk ik geeven zalvoor het leven der wereld. De Joden dan ftreeden onder malkander en, zeg-gende 5 Hoe kan ons deze [_zyn] vlees te eet en gee-ven ? Jezus dan zeide tot haar ^ Voorwaar ^voorwaarzegge ik u-lieden , V en zy dat gy het vlees desZoons des menfchen eetet, en zyn bloed drinket,zo en hebt gy geen leven in u zelven. Die myn vlees eet, en myn bloed drinkt, die heefthet eeuwige leven: en ik zal hem opwekken ten uiter ft en dage. IVant myn vlees is waarlyk fpyze, en myn bloedis waarlyk drank. Die myn vlees eet y en myn bloed drinkt, die blyftin my , en ik in hem. Gelykerwys my de leevende Vader gezonden heeft^en ik leeve door den Vader ^ [alzo] die myeet^ de-zelve zal leeven door my. Dit is het hrood dat uit den Hemel nedergedaaldis. Niet gelyk uwe Vaders het Manna gegeetenheb-ien^ en zyn geftorven : die dit hrood eet zal in dereeuwigheid leeven. I 4 Het DeBYKORF Het vee. Gevangen, tot vryheiA. E» de Heere zeide tot den dienftknecht, Gaat uit mde wegen , en heggen , en divingd ze m te komen , o^dat myn huis vol werde, Lukas XIV: 23. D E s G E M o E D S. 127 De Handy die onze zin met doch de Handy die ons behoed. elyk het dicrelykc leven, Dat weiden gaat in c open veld,Bezet word , en ter kooi gcdreeven, Met drang , en dwang en met geweld,Door t menfchelykc beter weeten , Op dat het, by verloopen tyd,Niet van de Vos en wierd gegceten, En van de Wolf, die laagen zyn de leeringen en wetten, (Die t leven in de ruime WeiBe-engen , dringen en bezetten , Van achter, en van elk een zy)Uit enkel liefde en genade , Op dat het zynen toegang nam,Ter open Kooi, een fchuil voor t quaade, En t allergrootftc ked zich nu niet wil laatcn dwingen , Maar met een eige wilde zin,H Bezet des Heils wil overfpringen, En loopcn c ruime veld wcêr in; I 5 Ont^ 128 DeBYKORF Ontflagen van bc-engthcids banden.
Size: 1596px × 1565px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblembooksdutch, bookye