Hugo de Groots Nederlandtsche jaerboeken en historien : sedert het jaer MDLV tot het jaer MDCIX : met De belegering der stadt Grol en den aenkleven des jaers MDCXXVII, als ook Het tractaet van de Batavische nu Hollandtsche Republyk, en De vrye zeevaert : met aenteeckeningen, voorts met het leven des schrijvers, twee volkomen registers, en veele koopere platen verciert . * Lle volken worden geregheert of door de gemeente; of door deVoortreffelijxten; of door eenen alleen. De regeeringhe dervoortreffelijxten is* of met een Vorftendom, offönder Vor-ftendom. * Vorftendom noeme ik een uytfteekendt


Hugo de Groots Nederlandtsche jaerboeken en historien : sedert het jaer MDLV tot het jaer MDCIX : met De belegering der stadt Grol en den aenkleven des jaers MDCXXVII, als ook Het tractaet van de Batavische nu Hollandtsche Republyk, en De vrye zeevaert : met aenteeckeningen, voorts met het leven des schrijvers, twee volkomen registers, en veele koopere platen verciert . * Lle volken worden geregheert of door de gemeente; of door deVoortreffelijxten; of door eenen alleen. De regeeringhe dervoortreffelijxten is* of met een Vorftendom, offönder Vor-ftendom. * Vorftendom noeme ik een uytfteekendt gefaghvaneenen, bepaelt door de maght van anderen, en door wet-ten : door welke teekenen het wordt onderfchey den van t gheeneygentlijk gèfprookeneenKoninghrijkgenoemt wordt. Waer-om 2 Tacitus verhaelt, dat Pifö van Germanicus hadt gefèght:dat hy was een foon van een Vorft van Romen, en niet van een Koningh derPar-then, en J Suetonius van Caligula: dat het weynigh verfchilde, of hy hadt dégedaente eenes Vorfiendoms verandert in een Koninghrijk. gelijk ook Cxfar 4 vande vaeder van Vercingetorix feght: Dat hem was opgedraeghen t Vorftendom vanGaulen, maer, dewijl hy ftont nae een Koninghrijk, hem van de burgherye t ke-ven was benoomen. En Plinius 5 van Trajanus: Dat hy ftgh hadt needergefet inden Vorftelijken f e etel, om gheen plaets voor een Heer te I. Iohan Bodin van een Republijk, wordt genoemt de gedaente van een regee-ringhe der voortreffelyxten, waer in een in weerdig-heit booven anderen uytfteekt. i. Cornelius Tacitus van Cn: Pifo i. Jaerb.(57. hooftft. volghens de laetfte verdeelinghe:) men Pifo fegghen, toen by den Koningh derNabatéen oover de maeltijdt den Prinfe (Germanicus)en Agrippinagoude kroonen vangroot gewight wierdenaengebooden, dogh lighte aen Pifo en dandere, dat menop die maeltijdt onthaelde den foon van een RoomfchVorft, niet van een Koningh der Parthen, en meteenen wierp hy fijne kroon wegh. 3. Van de twa


Size: 1593px × 1568px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorbloo, bookauthorhoogheromeynde16451708, bookdecade1680