. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. 614 XXXVII. Dermkstidae. — Orphilus, XXXVni. BVRRHIDAE. br ceder dan lang, zonder prosternaal-groef. Voor poolen legen elkaar aanstaande, hel gchecle proslernmn lot aan den mond bedekkend. Middelpooten tamelijk ver van elkaar verwijderd. Dijen met groeven tot opneming der schenen. De ecnige Europeesche soort zou in het omliggend gebied voorkomen. Deze soort licriiincrt in liabitiis ;ian ccn ccnigszins hingwcrpigcn An tli re n us. Zwart, tnmclijk glanzig, nagenoeg onlieliaani. llalsscliiiti


. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. 614 XXXVII. Dermkstidae. — Orphilus, XXXVni. BVRRHIDAE. br ceder dan lang, zonder prosternaal-groef. Voor poolen legen elkaar aanstaande, hel gchecle proslernmn lot aan den mond bedekkend. Middelpooten tamelijk ver van elkaar verwijderd. Dijen met groeven tot opneming der schenen. De ecnige Europeesche soort zou in het omliggend gebied voorkomen. Deze soort licriiincrt in liabitiis ;ian ccn ccnigszins hingwcrpigcn An tli re n us. Zwart, tnmclijk glanzig, nagenoeg onlieliaani. llalsscliiiti tanielijl; lijn-, cic dcl;.scliilden grot' bcstippclil, langs ilen 0]igericliten naad ingedrnlu. Sprieten en tarsen roestrood. Lengte 3 mm. Op bloemen. Niet inlandscli. Zij zon in de Rijnpruv. bij Creteld gevangen zijn. (glabratns F.) (niger Rossi) XXXVIII. Familie BYRRHIDAE (Fig. 56). (Cistelidae Cat, Col. Eur., \. lleyd., Reitt., Weise). Deze l'amilie is van de aanverwante Dermestidae vooral onderscheiden door liet ontbreken der ocel op het voorhoofd; door de in de breedte geplaatste, cylindervorniige, niet nitstekende, maar inge- sloten voorcoxae, welke steeds gescheiden zijn door cene voortzetting van het prosternnm, die tegen liet mesosterniim aanstoot; door de samengegroeide eerste drie sterniten en de in den regel veel meer ontwikkelde inlegbaarheid der pooten, welke zicli echter veelal tot de schenen en tarsen bepaalt; vooral bij Syncalypta zijn de pooten in diepe groeven inlegbaar; bij Siniplocaria daarentegen knnnen de aehterpooten niet in daarvoor bestemde groeven van het eerste stcrniet, en de achtcrtarsen niet in de schenen ingelegd worden. De cylindervorniige voor- coxae komen ook voor bij de H is teridae en Ni t i d n lidae, doch de 15yrrhidae zijn van de eerstgenocinde familie onderscheiden door den sprietvortr., en van de tweede door de vergroeiing der eerste drie sterniten. — Lichaam eivormig of kogelrond, hoog gewelfd, op de bovenzijde veelal viltig of g


Size: 1341px × 1863px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, booksubjectbeetles, bookyear1898