. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . s. LVII. DEr Vliegen Keyzefi zich veel lofs heeft toegefchreven,Vermits hy in tpalleys der Princen hoogh verhevenAen s Vorften tafel at, daer 7 Mierken s zomers vaftMet arbeyd was bezwaert en wonderlijck belaft yLoö datze meer een Peert of Ezel was geleken,)ie ftaegh tot dooren toe in flaverni je arbeyd 5 zeght de Mier, kan niet zoo fchandlijk zijn,Als leegheyd, die beft paft den Hond


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . s. LVII. DEr Vliegen Keyzefi zich veel lofs heeft toegefchreven,Vermits hy in tpalleys der Princen hoogh verhevenAen s Vorften tafel at, daer 7 Mierken s zomers vaftMet arbeyd was bezwaert en wonderlijck belaft yLoö datze meer een Peert of Ezel was geleken,)ie ftaegh tot dooren toe in flaverni je arbeyd 5 zeght de Mier, kan niet zoo fchandlijk zijn,Als leegheyd, die beft paft den Hond oft vuyle Zwijn*Welcx leven van ons tween oock waert is meerder eeren£al ons dervarentheyd des tijds heel korteling was nauwelijcx gezeyd; de winter-tijd verfcheen:De PUege in armoe fterf met droef heyd en geween;|4aer daltijd kloecke Mier verzorght in hare fchuren,)e winter wonder veyl in weelde kon verduren.„ De Luyaert, die de bloem van s levens tijd verflaept,„ In plaets van vruchten niet dan ftekel-doornen raept:, Vergaet in zijn ellend; terwijl door s Heeren zegen ,De vrome wel verzorght en heerlijck is bedegen, • Qjj ■ 5& Warande per *8. Addosr en Diergelijkenis overgekomen 7)ionecnde Ttolemtv Ko-ningen in Mgypten. Want als Ttolemaus in SD/Vw/j machtquam, endezijnKoningrijck verloren had, föo dacht2)/*denfelven om te brengen. Maer gelijck t Scorpioen den Arent ver-gaf: allbo heeft Ttokmaus Ditmem met vergift argliftelijckom t leven gebracht. Als nu T>h9t vergift vernam ,fèyde hy totTtolem<eum: lek was van meyninghdyte dooden, maer ghyneemt my noch eer mijn leven dan ickhet dijne. Plut archus. LVIIL r^ En Arendt van t venijn des Scorpbens vergeven, L^/ Hem vond uyt luft tot wraek zeer pijnelijkgedreven jEn greep t veelvoetigh dier van Jt aertrijck in de locht,Met zijnen krommen beek, op dat hy t quetften mocht er tijd gantfeh afgemat hy viel in t gras verflagen; iet dydelheyd zijn ziel aen zijner plaetf


Size: 1742px × 1434px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems