. Zederyke zinnebeelden der tonge . t zyntoon den wys Der raazende Poëten, Niet van Apollo, maar door Libers geeft bezeeten. Zy roemen op hun dertlen mondt,Of byten , als een dulle hondt,Vol haat, elk naar de flippen, Daar vrindt nócb vrcemdt nauw hun verwoedtheidt kanontglippen* M s WRAAK- i8<J ZINNEBEELDENWRAAKZ UCHT.§iuantas facit tra ruinas? H< .oe fel de Zee ook woedt en brandt,Van dolle gramfchap ingenoomen,Wanneer zy voelt haar loop betoomen Door Duin óf Dyk óf hooge Strandt,En, van de hooghte neergeloopen, Te rugge keert met méér geweldt, Zich wreekende aan t onfchuldigh veldt,Al


. Zederyke zinnebeelden der tonge . t zyntoon den wys Der raazende Poëten, Niet van Apollo, maar door Libers geeft bezeeten. Zy roemen op hun dertlen mondt,Of byten , als een dulle hondt,Vol haat, elk naar de flippen, Daar vrindt nócb vrcemdt nauw hun verwoedtheidt kanontglippen* M s WRAAK- i8<J ZINNEBEELDENWRAAKZ UCHT.§iuantas facit tra ruinas? H< .oe fel de Zee ook woedt en brandt,Van dolle gramfchap ingenoomen,Wanneer zy voelt haar loop betoomen Door Duin óf Dyk óf hooge Strandt,En, van de hooghte neergeloopen, Te rugge keert met méér geweldt, Zich wreekende aan t onfchuldigh veldt,Als zy kan Dyk en Dammen floopen, Nógh feller woedt en raaft de tong,En fnydt veel fcherper dan een fikkei,Wien wraak ooit t hart Hak met haar prikkel, En gramfchap het verftandt vloekt en drygt met alle kraghten, En vindt nooit rufte nóch vermaak, Eer m aan iyn vyandt blufcht zyn wraakMet hem van elk te doen verachten, Daar Gódt zachtmoedigheidt beveelt. Gelukkigh! die zyn Wraakzucht heelt. Vir der T O N GE. ,87. Vir praftans animi eft, qui reliquis itaIgnofcit, veluti quotidie cadens, Sic culpis vacat ipfe; Ac fi non f er at éice fubito gaudia transvolant,Durant perpetuo gaudia peóloris Clementis, quia nunquam Aéiorum bene panitet. FI. Schoonhovius, Indien 188 ZINNEBEELDEN Indien t ons vry (lont iemant eenigh quaadt toe tewenfchen, my dunkt, dat men niet erger kon doen,als hem een geftadige wraakluft toe te fchikken, dewel-ke , of uit een waare, of een ingebeelde hoon geboo-ren, en door de gramfchap aangeblaazen , een gedurigequelling verfchaft , en dien zy eens ingenoomen heeft,niet een ogenblik in ruft laat, tot dat men zich voldaanvindt, en niet zoo haaft geboet is, of ons aan den knaa-genden worm van t gewifle overlaat, om ons te welke van den Puikdichter Lucas Rotgans in zynezedelelTen op Thezeus, Progne en Filomele aldus over-konftigh afgefchetll is: Geen Etna ftookte ooit feller vuur,Dan minnenyt in *f hart der Vrouwen, En als


Size: 1604px × 1558px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems