. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 62. — EUPHORBIACEAE. — 407 Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant is inheemsch in Zuid- Europa, doch is bij ons reeds lang als een sier-, doch vooral als een geneeskrachtig gewas geteeld. De zaden, die vroeger in de apotheek voor- kwamen, worden nu hier en daar nog als huismiddel om braken te bevor- deren en als laxeermiddel (zie volksnamen) gebruikt. Geen wonder, dat er ook wel vergiftigingen mee hebben plaats gevonden. In de moestuinen wordt de plant, echter vrij zeldzaam, verwilderd gevonden. Volksnamen. In Friesland heet de plant blanket, du


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 62. — EUPHORBIACEAE. — 407 Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant is inheemsch in Zuid- Europa, doch is bij ons reeds lang als een sier-, doch vooral als een geneeskrachtig gewas geteeld. De zaden, die vroeger in de apotheek voor- kwamen, worden nu hier en daar nog als huismiddel om braken te bevor- deren en als laxeermiddel (zie volksnamen) gebruikt. Geen wonder, dat er ook wel vergiftigingen mee hebben plaats gevonden. In de moestuinen wordt de plant, echter vrij zeldzaam, verwilderd gevonden. Volksnamen. In Friesland heet de plant blanket, duivelsdrek en duivels- melk, in Zuid-Limburg molkruid (het heet, dat de zaden in den bodem de mollen dooden) en ook wel kakboon. 2. Mercurialis') Trii. Bingelkruid. Bloemen 2-huizig, zelden 1-huizig. Mannelijke bloemen met 3-of 4-deelig bloemdek en 9-12 of meer meeldraden. Vrouwelijke bloemen met 3- of 4-deelig bloemdek, 2, zelden 3 staminodiën (onvruchtbare meeldraden), die met de vruchtbladen afwisselen. Stijlen 2 (of 3), aan de binnenzijde de stempelvlakte dragend. Vrucht 2- (of 3-)knoppig. Zaden netvormig ruw. Bladen tegenoverstaand, gesteeld, met kleine steunbladen. Bloemen in armbloemige schroeven, die aan de mannelijke plant steeds tot kluwens opeengehoopt in de oksels van schutbladen zitten en tot okselstandige, afgebroken schijnaren vereenigd zijn. Bij de vrouwelijke plant staan ze onmiddellijk in de oksels van gewone bladen. Het bloemdek is groenachtig. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Mercurialis. A. Wortelstok kruipend, met uitloopers. Stengel onvertakt. Vrouwelijke bloemen langge- steeld M. perennis blz. 408. B. Stengel sterk vertakt. Vrouwelijke bloemen bijna zittend. Doosvrucht met spitse knob- bels bezet M. annna blz. 407. Biologische bijzonderheden Meende men vroeger, dat de plant windbloe- men had en dus de bestuiving alleen door den wind plaats had, zoo hebben de onder- zoekingen van F. E. Weiss geleerd, dat men des morgens aan den


Size: 1419px × 1760px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants