. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. kvoet, met een ridderbeeld tegen den middendam der eerste boven ver- HET HUIS VAN BINNEN. dieping en met een luifelhalverhoogte de beneden-vensters, met overhui-ving vóór den én groot vertrek, deSaai, besloeg meestalde volle breedte en dieptevan het huis, eene Saai,hoog 15 tot 20 voet onderde zoldering van eiken-,moer- en kinderbalkcn,tegen brand gedekt metgebakken plavuizen. Die Saai diende zoo-wel voor de zaak, alsvoor het gezin; vóórwerkte de coman met zijnpersoneel, achter woondemen, werd gekookt, ge-poetst, gespon


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. kvoet, met een ridderbeeld tegen den middendam der eerste boven ver- HET HUIS VAN BINNEN. dieping en met een luifelhalverhoogte de beneden-vensters, met overhui-ving vóór den én groot vertrek, deSaai, besloeg meestalde volle breedte en dieptevan het huis, eene Saai,hoog 15 tot 20 voet onderde zoldering van eiken-,moer- en kinderbalkcn,tegen brand gedekt metgebakken plavuizen. Die Saai diende zoo-wel voor de zaak, alsvoor het gezin; vóórwerkte de coman met zijnpersoneel, achter woondemen, werd gekookt, ge-poetst, gesponnen, gege-ten en geslapen; eenafscheiding was er niet,het vuur in de halver-wege staande schouw,diende ter verwarmingder geheele ruimte. In het vóórgedeeltewas in het keldergewelfeen groot luik, en daar-boven in elke verdie-pingszoldering een zelfdeluik, ten einde de warenper scuut aangevoerd,met behulp van een inde bekapping geplaatstewindas, te kunnen neer-laten in den kelder, ofte kunnen bergen op óender zolders. De vensteropeningenaanvankelijk smal en. Afb. N°. 417. Oude gevel in Dordrecht, naar eene teekeningvan J. Rutten van ± A°. 1860. 424 HF/f HUIS VAX BINNEN. lang en halverhoogte door een gemetseld boogje in tweeën gedeeld, warengetralied of met eiken luiken voorzien. De bovenverdiepingen, tot bergingder voorraden bestemd, en door houten zolderingen gescheiden, warenvrij laag, van 8 tot 12 voet, en rond den dak voet was een gekanteeldeweergang, van achter welks tinnen, men met pijl en boog en door hetwerpen van steenen, het huis kon verdedigen. Een steenen wenteltrap, meestal bezijden uitgebouwd, gaf van af deSaai toegang tot de verdiepingen, den kelder en den weergang, soms nogbovendaks opgaande en dan tot wacht- ot uitkijkpost tevens dienend. De voorgevels, meest hoogst eenvoudig behandeld, werden soms opge-trokken in proliel- en glazuursteen, en voorzien van zandsteenen colon-netten en spelende boogvormen, getuige het huis Fresenburg staande aande Oude g


Size: 984px × 2538px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture