. De flora van Nederland. Plants. 290 — AMARYILLIDACEAE. — FAMILIE 11. vormige buis, een regelmatigen 6-deeligen zoom en een bijkroon aan de keel. Meeidraden 6, gelijk of ongeHjk, op de buis van het bioemdek inge- plant onder de bijkroon, waarboven zij niet uitsteken, met aan den voet bevestigde, overlangs openspringende helmknopjes. Stijl draadvormig, stempel ongedeeld. Vrucht iets driehoekig. Bloemen groot, geel of wit, welriekend, knikkend of hangend, alleen- staand of in een scherm, uit een eenbladige, vliezige bloemscheede komend, die boven mutsvormig is samengetrokken. Bolgewassen. Aan d


. De flora van Nederland. Plants. 290 — AMARYILLIDACEAE. — FAMILIE 11. vormige buis, een regelmatigen 6-deeligen zoom en een bijkroon aan de keel. Meeidraden 6, gelijk of ongeHjk, op de buis van het bioemdek inge- plant onder de bijkroon, waarboven zij niet uitsteken, met aan den voet bevestigde, overlangs openspringende helmknopjes. Stijl draadvormig, stempel ongedeeld. Vrucht iets driehoekig. Bloemen groot, geel of wit, welriekend, knikkend of hangend, alleen- staand of in een scherm, uit een eenbladige, vliezige bloemscheede komend, die boven mutsvormig is samengetrokken. Bolgewassen. Aan den voet der plant bevindt zich een tamelijk hooge scheede, die 3, zeldzamer 2 of 4(-6) bladen omsluit, de onderste hebben een gesloten vleezige scheede, het bovenste, dat in zijn oksel den bloem- stengel draagt, is zonder scheede. De hoofdknop staat eindelings, dus niet zooals gewoonlijk in de ruimte tusschen het bovenste blad en den stengel, maar hij zit aan de tegenovergestelde zijde van den stengel, zoo- dat deze okselstandig is. Aan een ouderen bol zitten nog rokken van 3 a 4 vroegere generaties, gescheiden door verdroogde overblijfsels van de voeten van bloemstengels. Bladen breed lijn- of draadvormig. Stengel hol, onbebladerd. Biologische bijzonderheden. De bladen hebben in de cellen naalden (raphiden), waardoor zij tegen slakkenvraat beveiligd zijn. Het onderste deel van de bloemdekbuis is aan de binnenzijde in een honig-afscheidend weefsel veranderd. Om dezen te bereiken is, door de aanwezigheid der bijkroon, een lange insectenslurf noodig. Volksnamen. Behalve narcis zegt men in Friesland titelroos, in Noord- Limburg morgenster en paaschbloem. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Narcissus. A. Bloemdekbuis bijna cylindrisch. Meeidraden er mee vergroeid, die voor de buitenste slippen staand, langer N. poeticas blz. 290. B. Bloemdekbuis trechtervormig. Meeidraden evenlang, grootendeels vrij. Bloemdekslippen eirond, ongeveer evenlang als het cylindr


Size: 1364px × 1832px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants