. De flora van Nederland. Plants. 220 — RANUNCULACEAE. FAMILIE 35. 0. Ajacis »)L. Ridderspoor (fig. 262). De stengel is kraciitig, weinig vertaitt met opgerichte taki<en. De onderste bladen zijn gesteeld, de hoogere zittend, bijna 3-voudig 3-tallig met lijn- vormige slippen. De bloemtros is vrij los. De kelkbladen zijn blauw, rosé of wit, de kroonbladen vormen een 3-lobbigen zoom, terwijl aan den voet der middenlob een teekening voorkomt, die eenige overeenkomst heeft met de letters A. 1. A. De vrachtjes zijn zacht behaard (fig. 262). 30-90 cM. ©. Juni—Augustus. Biologische bijzonderheden.


. De flora van Nederland. Plants. 220 — RANUNCULACEAE. FAMILIE 35. 0. Ajacis »)L. Ridderspoor (fig. 262). De stengel is kraciitig, weinig vertaitt met opgerichte taki<en. De onderste bladen zijn gesteeld, de hoogere zittend, bijna 3-voudig 3-tallig met lijn- vormige slippen. De bloemtros is vrij los. De kelkbladen zijn blauw, rosé of wit, de kroonbladen vormen een 3-lobbigen zoom, terwijl aan den voet der middenlob een teekening voorkomt, die eenige overeenkomst heeft met de letters A. 1. A. De vrachtjes zijn zacht behaard (fig. 262). 30-90 cM. ©. Juni—Augustus. Biologische bijzonderheden. De bouw der bloem is bijna gelijk aan die bij D. Consolida. Bij de tuinplanten is de spoorlengte 15-18 niM. Als bestuiver is waargenomen Bombus horiorum, als honigroover Vanessa lo. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant behoort thuis in Zuid-Europa, doch wordt vaak als sierplant gekweekt. De vindplaatsen bij ons wijzen echter niet op ver- wilderde sierplanten, doch op aanvoer met afval van graan enz. (Kampen, Pothoofd bij Deventer, Ruurlo, Amersfoort). D. oriëntale -) I. Gay. Oostersche ridderspoor. De stengel dezer plant is rechtopstaand, vertakt. De bloemtros is dicht. De kelkbladen zijn violet, rosé of wit. De middenlob der bloemkroon is veel langer 2-spletig dan de 2-spletige zijlobben. De spoor is korter dan het kroonblad. De vrachtjes zijn zachtbehaard. 3—6 dM. O. Juni—Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant behoort thuis in Zuid-Europa, is in Duitschland eenige malen inge- voerd, ook als sierplant in tuinen. Ook bij ons is zij een paar malen als aangevoerd waargenomen (Deventer, Apel- doorn).. Delphinlum Ajacis Fig. 262. 15. Acouitum'^) Trii. Monnikskap. Bij dit geslacht vindt men in de bloem 5 afval- lende kelkbladen, waarvan het bovenste kapvormig is. Kroonbladen zijn er 2, onder het kapvormige kelkblad verscholen en den vorm van eea staafje hebbend, waarop een bijzonder gevormd honigbakje. Stampers en vruchten zijn er 3-5. De blade


Size: 1325px × 1885px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants