. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . apen , aeneenen ftok vaft gehecht, en gedikt engenaitvanmenigerlei kleurige Neer-lantièhe en Spaenfcheftoffen. Daer ftaen ook gemeenlijk zes ofacht waiers nevens den Koning, ge-maekt van zeker inlandfch garen,Posen C^lana by hen genaemt, weltot de dikte van een franje,en de leng-te en breete ontrent van een halvenvadem aen elkandre geweven. D


. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . apen , aeneenen ftok vaft gehecht, en gedikt engenaitvanmenigerlei kleurige Neer-lantièhe en Spaenfcheftoffen. Daer ftaen ook gemeenlijk zes ofacht waiers nevens den Koning, ge-maekt van zeker inlandfch garen,Posen C^lana by hen genaemt, weltot de dikte van een franje,en de leng-te en breete ontrent van een halvenvadem aen elkandre geweven. Ditgaren heeft aen het opperfte eindevan een ftok, van anderhal ven vademlang, en ontrent een arm dik,dierechtint midden daer door komt, en ee-nen ronden kruin heeft, in vorm vaneen halve kloot, zijne vaftigheit, daereenige geftalten door hcorentjes in-gewrocht zijn, dewelke byna van ge-ftaltegelijk boesjes zijn, doch met ee-nigh onderfcheit, hoewel ook eenigemet boesjes gemaekt zijn, en gemeen-lijk met witte en zwarte papegais- ve-ren, tuflehen de horentjes, doorwe-ven worden. Deze waiers wordendoor zekere luiden, die de Koningdaer toe hout, met grote kracht be-wogen, waer mee zich de genen, die* waien, rontom draien: zulx de waier haer II 1 NEER. haer in een grote rontc verfpreit, enbrengt redelijke koelte by. Voor des Konings zetel leit ge-fpreit een groot kleet, van ontrenttwrntigh vadem lang en twalef breer,gemaekt van kuflèn-bladen, aen el-kandregenait, daerniemantvermaghop te lopen, dan alleen de Koning enzijne kinderen. Langs dit kleet, daerontrent zoo veel ruimte gelatenwort, daer twee of drie perzonenzouden kunnen voorby gaen, zittenop lange ryen vele gemene edellui-den, ieder meerendeels met een buf-fels-fteert in de hant, daer aen eenhoutc fteel van ontrenteen halve el-ellen lang gemaekt, en met leer of la-ken, of ecnige andere ftofte overtrok-ken is: gelijk dezelve ook op bet ein-de het fatfoen van hantfatfels hebben,eneenige boven de hant en onder aenhet einde h


Size: 1719px × 1453px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordapperol, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1668