. Tijdschrift voor entomologie. it groene rupsen zijn voortgekomen, heb-ben groote zwarte vlekken op het midden der borst. Merkwaardig is het dat in Japan eene soort van Âthaliavoorkomt, welke op onze Europeesche volkomen gelijkt , metdit verschil dat de vleugels rookkleurig zijn ; van die soort oflocale verscheidenheid zijn op s Rijks museum voor nat. histo-rie te Leyden eenige voorAverpen voorhanden, afkomstig vande reis van Jhr. von Siebold. Waarom Fabriciüs deze blad-wesp Sjpinarum en Panzer haar Centifoliae heeft genoemd ,blijft mij een raadsel ; misschien heeft de een haar toevallig opMe
. Tijdschrift voor entomologie. it groene rupsen zijn voortgekomen, heb-ben groote zwarte vlekken op het midden der borst. Merkwaardig is het dat in Japan eene soort van Âthaliavoorkomt, welke op onze Europeesche volkomen gelijkt , metdit verschil dat de vleugels rookkleurig zijn ; van die soort oflocale verscheidenheid zijn op s Rijks museum voor nat. histo-rie te Leyden eenige voorAverpen voorhanden, afkomstig vande reis van Jhr. von Siebold. Waarom Fabriciüs deze blad-wesp Sjpinarum en Panzer haar Centifoliae heeft genoemd ,blijft mij een raadsel ; misschien heeft de een haar toevallig opMeidoornbloesem , de andere op cene tuinroos aangetroffen ; inallen gevalle blijkt uit de door ons beschrevene natuurlijke ge-schiedenis , dat zij met doornstruiken of Rosaceae niets te ma-ken heeft. Eene zeer na verwante soort heet Jiosae L., waar-schijnlijk door verwisseling met de Hylotoma Rosae F., waar-van de larve op rozenstruiken leeft. Het kan wel zijn, datPanzer alleen om de verwantschap der beide soorten aan te ri. Atlialia Spinuiuiu, F. 119 duiden den naam van Centifoliae verkozen heeft voor die spe-cies , welke hij meende dat nog onbenoemd was, toen hij haarbeschreef. Verklaring van Plaat 9. Fig. 1. Een knolblad, Avaarin de eij eren van Âth. Spinar urnbij a a.» 2. De larve in natuurlijke grootte.» 3. Eene zeer donkere larve , vergroot.» 4. Eene leikleurige larve, vergroot.« 5. Het cocon. • » 6. De pop, vergroot.» 7. De vrouwelijke bladwesp, vergroot.» 8. De monddeelen : a de bovenlip , b een bovenkaak , c een onderkaak , . J de onderlip ; sterk vergroot.» 9. De zaag en eijerlegger, sterk vergroot. QUELQUES OBSERVATIONS SUR LE CRI QUE FAIT ENTENDRE LE SPHINX (ACHERONTIA) ATROPOS, PAR Mr. DE ROO VAN WESTMAAS. Dans une des livraisons de ce journal (vol. 2. p. 117) Mr. leProfesseur J. van der Hoeven a passé en revue les différentesopinions quon a proposées sur la cause du cri que fait entendrele Sphinx Àtrojpos, en y ajoutant quelques observations de
Size: 1354px × 1844px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookd, booksubjectentomology, booksubjectinsects