. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. â COMPOSITAE. â 435 uitloopt'iuie aanhangsels hcdckt zijn. De al},'emeene bloembodem is met borstelaclitige strooscliubben dicht bezet. De bloemkroon is vuil lichtpurper, zelden wit. De schijfbloemen zijn langgerekt, naar boven iets verwijd, tweeslachtig. De buitenste bloemkronen zijn smal trechtervormig, met diep 5-spletigen zoom, zijn stralend (deze bloemen zijn onvruchtbaar), doch ont- breken vrij vaak. De vrucht is bruin, zonder haarkroon. 3-9 dM. 4- JuniâHerfst. Vormen zijn: y. geniiina^) Koch. .\\\q aanhangsels der omwindselbladen lepelachti


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. â COMPOSITAE. â 435 uitloopt'iuie aanhangsels hcdckt zijn. De al},'emeene bloembodem is met borstelaclitige strooscliubben dicht bezet. De bloemkroon is vuil lichtpurper, zelden wit. De schijfbloemen zijn langgerekt, naar boven iets verwijd, tweeslachtig. De buitenste bloemkronen zijn smal trechtervormig, met diep 5-spletigen zoom, zijn stralend (deze bloemen zijn onvruchtbaar), doch ont- breken vrij vaak. De vrucht is bruin, zonder haarkroon. 3-9 dM. 4- JuniâHerfst. Vormen zijn: y. geniiina^) Koch. .\\\q aanhangsels der omwindselbladen lepelachtig, gaafrandig of zwak getand, hoogstens hier en daar ingescheurd. ,3. commiitata-) Koch. Alle omwindselbladen, behalve de onderste, met diep en regelmatig gedeeld aanhangsel met lijn-borstelvormige franje. '/. praténsis') Koch. Omwindselbladen niet spits, verlengd, vaak terug- gekromd aanhangsel, dat de franje verwijderd draagt. Hoofdjes groot (18 niM hoog, 20 niM breed). Bladen breed lancetvorniig, de bovenste vaak boven het hoofdje uitstekend. 0. vülgdris/^) Koch. Onderste 1-3 omwindselbladen met franjeachtig aan- hangsel, de volgende niet. Overigens als a. c. lacera ') Koch. De meeste onderste omwindselbladen met franjeachtig aanhangsel, de volgende met niet ingescheurd, de bovenste met gaafrandig aanhangsel. Aanhangsels bruin tot zwartachtig. De vorm met straalbloemen heet C. decipiens') Rchb., die zonder straalbloemen C. decipiens'') Thuill. Voorkomen in Europa en in Nederland. De soort komt in geheel Europa aan wegen, dijken en in weilanden voor en is bij ons algemeen. De vormen 3t., '/. en '>. zijn zeldzaam bij ons, ,5. is alleen bij Apeldoorn en Nijmegen gevonden, t. eindelijk is vrij algemeen, vooral de vorm zonder straalbloemen. Volksnamen. De naam knoopkruid wordt het meest gebruikt, verder wambuisknoopen (Veluwezoom, Zuid-Limburg, op Goeree en Walcheren), tremske en speldekussentjes (Salland), ijzerhard (Utrecht), Baarlandsche karnoffel (Zuid-Beveland),


Size: 1482px × 1686px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants