. De flora van Nederland. Plants. Onozüs repens Fig. 736. klierharen bekleed. De bloemen hebben lancetvormige, toegespitste, naar boven gebogen kelkslippen, een bloemkroon, die bestaat uit een ronde, rosé, donkerder gestreepte, toegespitste vlag, bleekroode of witte zwaarden, die korter dan de vlag zijn en een toegespitste kiel. Zelden zijn de bloemen geheel wit. De peul (fig. 736) is om- gekeerd eirond, iets samengedrukt, behaard en bevat 1 of 2 fijn geknobbelde zaden. h. 3-6 dM. Juni—September. De plant heeft niet zelden een sterken, onaan- genamen, bokachtigen geur. De var. 8. mitis ') Gmel


. De flora van Nederland. Plants. Onozüs repens Fig. 736. klierharen bekleed. De bloemen hebben lancetvormige, toegespitste, naar boven gebogen kelkslippen, een bloemkroon, die bestaat uit een ronde, rosé, donkerder gestreepte, toegespitste vlag, bleekroode of witte zwaarden, die korter dan de vlag zijn en een toegespitste kiel. Zelden zijn de bloemen geheel wit. De peul (fig. 736) is om- gekeerd eirond, iets samengedrukt, behaard en bevat 1 of 2 fijn geknobbelde zaden. h. 3-6 dM. Juni—September. De plant heeft niet zelden een sterken, onaan- genamen, bokachtigen geur. De var. 8. mitis ') Gmel. {— O. maritima) heeft geen dorens. De stengel is meest rechtopstaand en de blaadjes zijn grooter dan bij de soort. Volksnamen. In het Land van Hulst heet de plant kattendoorn, op Walcheren kraaidoorn, op Zuid-Beveland schapedoorn. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op ongecultiveerde, zandige plaatsen en in weilanden voor. Bij ons schijnt bijna alleen de var. voor te komen en is vrij algemeen, vooral in de duinen. 7, Antby'llis ') L. A. Vulneraria ") L. W O n d k 1 a v e r (fig. 737). Uit den wortelstok komen bij deze plant verscheiden onvertakte of boven- vertakte, opstijgende of rechtopstaande, kruid- achtige, naar boven viltige stengels. De onderste bladen zijn gesteeld, gaafrandig, spits, ongedeeld, langwerpig, van onderen viltig, vaak met een paar zijblaadjes, de bovenste bladen zijn oneven gevind met 3-6 paar blaadjes, deze zijn lijnvormig-lang- werpig, het topblaadje is grooter. De bloemen zijn geel, staan in eind- of oksel- standige, soms gepaarde, langgesteelde hoofdjes, omgeven door bladachtige, handdeelige schutbladen. Zij hebben een buikigen, witviltigen kelk met scheeve opening, deze is tweelippig, de bovenlip is 2-tandig, de onderlip 3-tandig, korter dan de buis. Van de bloemkroon is de vlag weinig langer dan de zwaarden, terwijl de kiel weinig gekromd en stomp is. De meeldraden zijn een- broederig, met aan den top ver


Size: 1433px × 1743px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants