Archive image from page 247 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 218 — RANUNCULACEAE. — FAMILIE 35. D. Consólida i)L. Wilde ridderspoor (fig. 260). Uit den dunnen spilvormigen , meestal iets gebogen penvvortel, komt een rechtopgaande, ronde, gladde stengel, die geheel beneden niet vertakt is, doch hooger op zich wel en boven zelfs gaffelvor- niig verdeelt. De geheele plant, behalve de vrucht, is min of meer bedekt met korte , iets gekromde en bijna aangedrukte haren, die echter aan den stengel en zijne takken naar beneden gerich


Archive image from page 247 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 218 — RANUNCULACEAE. — FAMILIE 35. D. Consólida i)L. Wilde ridderspoor (fig. 260). Uit den dunnen spilvormigen , meestal iets gebogen penvvortel, komt een rechtopgaande, ronde, gladde stengel, die geheel beneden niet vertakt is, doch hooger op zich wel en boven zelfs gaffelvor- niig verdeelt. De geheele plant, behalve de vrucht, is min of meer bedekt met korte , iets gekromde en bijna aangedrukte haren, die echter aan den stengel en zijne takken naar beneden gericht zijn. De stengeltakken zijn afstaand en eindigen in de bloemtrossen. De onderste bladen zijn gesteeld, 3-tallig met 2-3-deelige blaadjes en lijnvormige slippen , de hoogere zijn zittend en ook minder sterk inge- sneden met smallere slippen. De kelkbladen zijn donkerblauw , zelden rosé of wit, de beide onderste bladen zijn breed lancet- vormig, spits, de daarnaast staande zijn breeder, stomper, terwijl het gespoorde een bijna 2 cM lange, geleidelijk dunner wordende, horizontale, doch iets naar boven gekromde spoor bezit. Kroonbladen zijn er 4, zij zijn aan den voet zoo met elkaar vereenigd, dat zij een 4-lobbigen zoom vormen , van welke de 2 middenlobben ieder in een spoor uitloopen , welke 2 echter met elkaar vergroeid zijn en in de spoor van Van dien zoom zijn de beide zijlobben rondachtig samenneigend , de 2 middenlobben echter naar boven De vele meeldraden liggen dicht om den stamper. De vrucht is langwerpig-elliptisch en bevat verscheidene, bijna driekantige zaden, die eerst bruin, later zwart en op de oppervlakte met kleine schubbetjes bedekt zijn. De plant heeft scherpe eigenschappen. 15-30 cA\. O en GG. Juni— Augustus. Biologische bijzonderheden. In de bloemen (fig. 261) vormen de kelkbladen het voornaamste lokmiddel voor insecten. De spoor van het kelkblad scheidt geen honig af, doch dient om den honig te bedekken, die door de spoor van de bloemkroon wordt afg


Size: 1086px × 1842px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, americana, archive, biodiversity, book, bookauthor, bookcentury, bookcollection, bookcontributor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, new_york_botanical_garden_luesther_t_mertz_libra, ny_botanical_garden, page, picture, plants, print, reference, vintage