. Des wereldts proef-steen, ofte, De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . peelt heeft defen gheck. X 2 Hy 164 P EERDEN. Hy beval aen fijne knechten,Datmen voor het peerdt fou rechtenEen het Fchoonfte ledekantDarmen in fijn woonfté vant;En gheboodtdaerop te bringhen,Opghevat in fijde ftringhenSachtjens fonder ftoot oft val,T peerdt dat fieck lagh in den ( morghens quam hyt peerdt befbecken,En met foete woorden cloeckenjEn riep menigh medecijn,Om te weiren defe é bereydenVoorde peerden die verfcheydenAlfoo coftelijcken graf,Alfmen oyt aen C


. Des wereldts proef-steen, ofte, De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . peelt heeft defen gheck. X 2 Hy 164 P EERDEN. Hy beval aen fijne knechten,Datmen voor het peerdt fou rechtenEen het Fchoonfte ledekantDarmen in fijn woonfté vant;En gheboodtdaerop te bringhen,Opghevat in fijde ftringhenSachtjens fonder ftoot oft val,T peerdt dat fieck lagh in den ( morghens quam hyt peerdt befbecken,En met foete woorden cloeckenjEn riep menigh medecijn,Om te weiren defe é bereydenVoorde peerden die verfcheydenAlfoo coftelijcken graf,Alfmen oyt aen hoe dapper datfe futTen,Die bevaen met dele truffen, Worden van den fchijn gheleydt,Door den luft van ander weghen,En foeckt in de waerheydt leghen^Schouwt de peerden allegaer,Want fy fteken vol fiet»men die ghevaerenSich gheftaegh niet openbaerenj Al P EERDEtf Al en voeldt-men niet altijdtRamp en rou wanneer men rijdtjNochtans moetmen altijt duchten,Dat een peerdt ons kan doen fuchten;Want foo wie beminttghevaer,Valt eens door tghevaer daer naer. i6j. YDEL- l66 XXIII. CAP. VAN BESCHVLDINGHE. YDELHEYDT. Ghefitwght \pt>cht


Size: 2224px × 1124px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1640, booksubjectemblems, bookyear1643