. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . nvertoonen en zulks bovendien voor beide helften van de schering, onderste en bovenste tegelijk,omdat het patroon, op de eene zijde van het weefsel voorkomende, gelijk moet zijn aan dat opde andere zijde. Voor één kasang worden steeds vier groepen van dubbele draden, — dat zijn dus 8 enkeledraden —, tegelijk geïkat. Twee groepen van dubbele draden zijn bestemd voorde bovenste,twee andere voor de onderste schering. Een volledige kasang bestaat uit twee stukken goed van gelijke lengte en breedte en van vol-komen hetzelfde patroon; beide stu


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . nvertoonen en zulks bovendien voor beide helften van de schering, onderste en bovenste tegelijk,omdat het patroon, op de eene zijde van het weefsel voorkomende, gelijk moet zijn aan dat opde andere zijde. Voor één kasang worden steeds vier groepen van dubbele draden, — dat zijn dus 8 enkeledraden —, tegelijk geïkat. Twee groepen van dubbele draden zijn bestemd voorde bovenste,twee andere voor de onderste schering. Een volledige kasang bestaat uit twee stukken goed van gelijke lengte en breedte en van vol-komen hetzelfde patroon; beide stukken worden echter afzonderlijk beide stukken kasang hetzelfde patroon hebben, worden op de oebëngan steedstwee stellen draden, als boven beschreven, te zamen genomen en geïkat, elk bestemd vooréén kasang. Met het ikatten van de schering beoogt men, zooals reeds werd aangestipt, het maken vaneen weefsel, waarin bepaalde figuren, meestal zeer sterk gestyleerde afbeeldingen van dieren,bladeren of andere voorwerpen voorkomen. 167. Fig. 158. Toestel in gebruik bij hetikatten van kain kasang. Aangezien elke scheringdraad slechts op één bepaalde wijze kan worden geïkat, volgt daaruit,dat elke baan, waarin figuren voorkomen (b ë b e u r) slechts één enkele soort figuur kan be-vatten, overeenkomende met de wijze, waarop geïkat is, zij het ook, dat die figuur zich in diebaan repeteert en zelfs in hetzelfde genre ook in andere banen voorkomt. Van elke figuur weet de weefster natuurlijk vooruit, hoeveel stellen draden daarvoor noodigzijn en daarmede houdt zij bij het opspannen der draden op de oebëngan het aantal stellen draden, dat voor een figuur noodig is, met een kleine, onderlingetusschenruimte op de oebëngan is uitgezet, worden tusschen b en c de draden van elkekasang afzonderlijk op een dubbel gevouwen bladnerf (njéré) vastgebonden, zoodanig, dattusschen elk stel draden eene kleine tusschenruimte blijft bestaan en bovendien de bei


Size: 1469px × 1701px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912