. Sinne- en minne-beelden ; Selfstryt ; Tooneel der mannelyke agtbaarheydt ; Galathea of Herderskalsgt ; Klagende maegden : en andere mengelrymen . ideelende, meynt daterniet vermaekelyx en kan gevonden weerden, dan dat deoogen, ooren, en den buyk aengenaem is, en wel be-valt. Een Godialige ziele gevoelt hier van geheel anders,want die weet blydtlchiip uyt droef heyt, herten-lull, uytweedom, vermaekelykheyt uyt tranen, en vrydom uytilavernye te trekken. Den defen, feyt Ambroüus, isvry, ook in aldcrley manieren van dienftbaerheydt, die met SinnC en Minne Beelden, 43 met geen malle liefde befete


. Sinne- en minne-beelden ; Selfstryt ; Tooneel der mannelyke agtbaarheydt ; Galathea of Herderskalsgt ; Klagende maegden : en andere mengelrymen . ideelende, meynt daterniet vermaekelyx en kan gevonden weerden, dan dat deoogen, ooren, en den buyk aengenaem is, en wel be-valt. Een Godialige ziele gevoelt hier van geheel anders,want die weet blydtlchiip uyt droef heyt, herten-lull, uytweedom, vermaekelykheyt uyt tranen, en vrydom uytilavernye te trekken. Den defen, feyt Ambroüus, isvry, ook in aldcrley manieren van dienftbaerheydt, die met SinnC en Minne Beelden, 43 met geen malle liefde befeten en is, die met den bandtvan gierigheydt niet gebonden en is, die door vreefe vanfyn quade daet, t eiken niet wechgerukt en weit, dienhet jegenwoordige niet en verfchrikt, het toekomendemet bevreeft en maekt. Hy is daerentegens een rechteflaef, die door vreefe ontfet werdt, die door welluften ver-voert wert, die door begeerlykheden herwaerts en der-waerts getogen wert, die of door gramfchap werd verbit-tert , of door droefhcydt werdt neder gedreven. In t kort,elke quade genegentheyt, is als een nieuwe flavernye. FÜGIENDO, NON EFFUGIT. Myn lajl is aen my vajl. SOekt yemant los te zyn van alle minne-banden,Soo laet de vryfler daer en trekt in vreemde landeiï.Roept Nafo tot^de jeugt; maer na dat ik het vind,De raet die Nafo geeft, en is maer enkel wind: Ik 44 J. C A T S Ik hcbbe verr gezeylt, ik hebbe veel gereden; En fiet! het oude pak dat kleeit my aan de leden;Dat draeg ik op den berg, dat vnid ik in het dal,„ Ach! watinc herte woont dat voert men over al. M ik fpringifoo waeg et aU DE Schildtpad dracgt haer huys geduerig op de ledenSy gaet als Tonder lorg, en lachtjes henen treden,Men vintfe menigmael van alle noot bevryt,Al gaet de vos lyn hol, de beer fyn leger quyt;Wie in fynboefem draegt, fyn geldt, en befte panden,Syn winkel, lyn bcllag, fyn vette koren-landen,Die heeft een feker erf, en wandelt onbevreeft,„ .Waer is doch yemant arm die ryk is in den geest ?


Size: 1813px × 1379px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1700, booksubjectemblems