. De flora van Nederland. Plants. glad, doch beneden een wcinii,' ruw is. Meestal zitten de omgekeerd eironde zaadlobben nog aan den stengel. De bladen zijn van onderen en aan den rand ruw, de onderste zijn omgekeerd eirond en zitten in kransen van 4, de bovenste zijn lijn-lancetvormig, 1-nervig en zijn in kransen van 6-8 gezeten. De bloemen zijn bijna zittend en vormen een eindelingsch scherm, waarbuiten het omwindsel, dat uit lijnvormige schutbladen beslaat, die aan den rand borstelige, lange, witte haren hebben, uitsteekt. Zij zijn blauw, klein en rieken niet. De bloemkroon is buis-trechter


. De flora van Nederland. Plants. glad, doch beneden een wcinii,' ruw is. Meestal zitten de omgekeerd eironde zaadlobben nog aan den stengel. De bladen zijn van onderen en aan den rand ruw, de onderste zijn omgekeerd eirond en zitten in kransen van 4, de bovenste zijn lijn-lancetvormig, 1-nervig en zijn in kransen van 6-8 gezeten. De bloemen zijn bijna zittend en vormen een eindelingsch scherm, waarbuiten het omwindsel, dat uit lijnvormige schutbladen beslaat, die aan den rand borstelige, lange, witte haren hebben, uitsteekt. Zij zijn blauw, klein en rieken niet. De bloemkroon is buis-trechtervormig met een buis, die langer is dan de 4-spletige zoom. De vrucht (fig. 372) is groot, kaal en glad. 0. TotSdM. Mei, Juni. De plant gelijkt op Sherardia arvensis, doch verschilt er van o. a. door de dicht witborstelige schutbladen. Ook is de stengel bij Sherardia rechtopstaand, de bladen loopen daar in een stekelpunt uit en de bloemen zijn daar lila- tot üchtrose, terwijl de vruchten er door den kelk gekroond zijn. Asperula arvensis Fig 372 Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Zuid-Europa op bouwland voor en is bij ons aangevoerd bij Wolvega, Rotterdam, Dordrecht, Middelburg, Tilburg, Maastricht, Halfweg en Amsterdam. A. odoratai) L Lieve-vrouwenbedstroo (fig. 373). Dé plant wordt gedroogd zwart en is dan zeer welriekend. Zij heeft een dunnen wortelstok, die lang uitlooperachtig kruipt. De stengels zijn dun, rechtopstaand, vierkantig, kaal (alleen met een ring van korte borstels onder de bladkransen). Zij hebben meest alleen aan den voet niet bloeiende takken, die later gaan liggen en den indruk van een kruipenden stengel geven. De bladen staan in kransen van 6-8, zijn 2-4 cM lang en 5-10 mM breed, aan den rand ruw door naar voren gerichte stekels, stekel- puntig. De onderste zijn spatel-, de bovenste lancetvormig. De bloemen zijn wit en staan in bijschermen, die een eindelingsche, korte, ijle, onbebladerde pluim vormen. De schutblaadjes zijn lijnvormig en


Size: 1428px × 1750px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants