. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . kaar wordentoegebracht. Men heeft dus 4 draden, die na verbuiging 8 worden, waarvan 4 door de bovensteen 4 door de onderste gaten der k é r a s loopen. De ombuiging bij A is de plaats, waar de borstboom komt, de einden bij B worden om denkettingboom aan elkaar verbonden. De borstboom heet evenals bij alle weeftoestellen we kan-gang en bestaat uit een stijl, die aan de bovenzijde twee insplijtsels heeft, zoodat de bij Aomgebogen draden om de middelste staaf tusschen die insplijtsels aangebracht kunnen borstboom, in den latten-vlo


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . kaar wordentoegebracht. Men heeft dus 4 draden, die na verbuiging 8 worden, waarvan 4 door de bovensteen 4 door de onderste gaten der k é r a s loopen. De ombuiging bij A is de plaats, waar de borstboom komt, de einden bij B worden om denkettingboom aan elkaar verbonden. De borstboom heet evenals bij alle weeftoestellen we kan-gang en bestaat uit een stijl, die aan de bovenzijde twee insplijtsels heeft, zoodat de bij Aomgebogen draden om de middelste staaf tusschen die insplijtsels aangebracht kunnen borstboom, in den latten-vloer van de paalwoning vastgestoken, wordt bovendien nog mettouwen, paramêntang, vastgezet, (zie fig. 206). De kettingboom of tanradjang is aan een ezel of dól o verbonden, welke eveneens mettouwen wordt vastgezet; de k é r a s of kaarten bevinden zich in het midden, terwijl in de dradeneen kruising is. Zoo heeft men voor een papoeroe of broekband, die vrij smal is, 18 kaarten noodig; voor eentali bannang, die breeder is, gebruikt men 40 Fig. 202. De èlakuitPajakoemboehvoorhetvervaardigen van passement. beeld,


Size: 1230px × 2032px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912