. Het voorhof der ziele, behangen met leerzaeme prenten en zinnebeelden . en- q^ 0£^e Hemel ons de wegen holp bezinnen ! tem (o) Nibilaquè tihi proficiet ad temperantiam omnium rerum, quam frequent cogitatiobreavi & hu jus incerti. Quicquid facies, refpice mor tem. Hieronrad Helio&orum, Terstont als zy ge-eert zullen zijn ende verheven, zullen zy gelijk rook ver- gaen. 21. XLVI. Lapis quia graviseft, natwaliter defcendit -yfundavero impofitus, vi bracbij volat contra naturamfuam per dèrem infiar avis* Wie enckel voor heeft, om naer hoogheit hier te ftaen,Zal, zoo zijn toelegh nietten


. Het voorhof der ziele, behangen met leerzaeme prenten en zinnebeelden . en- q^ 0£^e Hemel ons de wegen holp bezinnen ! tem (o) Nibilaquè tihi proficiet ad temperantiam omnium rerum, quam frequent cogitatiobreavi & hu jus incerti. Quicquid facies, refpice mor tem. Hieronrad Helio&orum, Terstont als zy ge-eert zullen zijn ende verheven, zullen zy gelijk rook ver- gaen. 21. XLVI. Lapis quia graviseft, natwaliter defcendit -yfundavero impofitus, vi bracbij volat contra naturamfuam per dèrem infiar avis* Wie enckel voor heeft, om naer hoogheit hier te ftaen,Zal, zoo zijn toelegh nietten befte wil beflaenMet sHemels gunfte,tot deHel zijn toevlucht neme,fi nequeofu- Pat ls naer »dat verwoede Monfter zweemen, peros Ache- DaerMaro , Dichter da-Latijnen, wow-Maer hoe dat ftijgen deneergierigen behaegt,bo. Virg. Al wat met hulpe van den Duivel wort begonnen,JEnrid. Ontbeert den zegen, zal, gelijk het is gewonnen, f Verloren worden met veel jammers en verdriet. Heb ik dan ongelijk van hem > die zijn gebied Wil DER Wil onderfteunen met Godtloozen, te gelijcken Byeenenkeyfteen, daerhy inde lucht gaet ftrijcken Gelijk een vogel, met een ftercken arm gezwaeit Uit eenenflinger? want, zoo hoogh gevlogen, draeit Hy naer beneden, zinkt, van zijn gewicht gedreven, Recht naer zijn middel punt. Wat oaet het hoogh te zweven, Wanneer men neêrdaelt op een fprong, gelijk men rijft ? Hy magh dit Zinnebeeld met eene goude lijft Vereeren, en ten toon in zijne kamer hangen1, t)ie, om te ftijgen, zich behelpt met flimme gangen Vanongerechtigen enboozen, indenftaert Gelijk het Schorpioen vergiftigh. (b) Hoebewaert eftmalitia, qua fatis cavw fibi poftit ,Symb. XVIII. (b) NulUtam ajlutatypyudens quin fuismet artïbtts tandem ïmtidtur. Did. Saav. Hy f0 VOORHOF Hy meent te wezen, als die trouweloozen zwichten ,•En hem begeven, en verraet en laegen ftichtenNaer hunngewoonte, dan bezwijkt zijn hooge macht;Dan zinkt hy als een fteen, verheten van de kra


Size: 1764px × 1417px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorhoogheromeynde1645, bookdecade1660, booksubjectemblems