. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. *% VAN YSLAND. 101 gehegt zyn, en daar over een klein fchootje. Plet hoofd word verfiert door een fpitzig torenswys bindzel van anderhalf el hoog, onder van grof en daar over van fyner linnen, 't geen, hoe voornamer iemand is, hoe dikker om het hoofd gewonden word. Dat ïieraad word door de ongehuuwden , ter onder- scheiding , door een zyde bindzel onder om het hoofd vall> gehecht. De meefl


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. *% VAN YSLAND. 101 gehegt zyn, en daar over een klein fchootje. Plet hoofd word verfiert door een fpitzig torenswys bindzel van anderhalf el hoog, onder van grof en daar over van fyner linnen, 't geen, hoe voornamer iemand is, hoe dikker om het hoofd gewonden word. Dat ïieraad word door de ongehuuwden , ter onder- scheiding , door een zyde bindzel onder om het hoofd vall> gehecht. De meeflen dragen rode wolle koufTen. De fchoe- nen der mans- en vrouwsperfonen zyn lappen van ongelooyt leder , flegts om den voet geflagen , en met riemen van fchaapsdarmen vaftgefnoert , waar op het ongemakkelyk ge- noeg te gaan is. §. LXXXIX. De Woonhuis je s zyn klein , en van eenvanhmi- zeer eenvouwige bouwkunft .Men doet dezelve, tot meerderne wo- heehtheid en warmte, enigzints in de aarde zinken. De vierninSen' wanden worden uit den grond met (lenen of rotsbrokken opge- trokken, en met tufTchen geworpen aarde verbonden. De hoog- te derzelve is gemeenlyk van 3*. ellen , de lengte van 12 tot 14 ellen, en de brete zo gering, dat wanneer een lang man in het midden iïaat, en de armen uitflrekt , hy met de toppen zyner vingeren gemeenlyk de beide zywanden bereiken kan. Boven op word een zeer laag dak van dunne houte fparren ge- zet, en daar over drie latten geflagen, waaraan men fplinters of gefpleten hout hecht en vaftmaakt, - alles van boven met groene zoden gedekt, die in het voorjaar bewafTen, en door de kleine wortelen zich zo vaft aan malkander verbinden , dat de warmte van binnen 'er zo min uit, als de regen en fneeuw van buiten 'er indringen kan. Vooraan laat men een lage ope- ning tot den ingang , die met een flegte houte deur geflo- ten word, en in het dak zes of zeven gaten, tot het verkry- gen van* licht, waarin kleine hoepels, met pergament ftrak overtogen , in plaats


Size: 1161px × 2153px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksub, booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory