. De flora van Nederland. Plants. 314 â CAPRIFOLIACEAE. â FAMILIE 105. a. Bladen der bloeiende takken aan den voet breed vergroeid. Bloemen in schijn- kransen en in een zittend hoofdje L. Caprif'olium blz. 314. b. Bovenste bladen zittend, niet vergroeid. Bloemen in een gesteeld hoofdje. L. FericlymHuani blz. 315. B. Stengel rechtopstaand. Bloemen 2 bijeen (in bijschermen, waarvan de middelste bloem niet ontwikkeld is) op okselstandige stelen. Vruchtbeginsels der beide bloemen vaak aan den voet verbonden. Bessen niet gekroond door den kelkzoom. Bloemen veel kleiner dan bij de vorige. a. Schutbl


. De flora van Nederland. Plants. 314 â CAPRIFOLIACEAE. â FAMILIE 105. a. Bladen der bloeiende takken aan den voet breed vergroeid. Bloemen in schijn- kransen en in een zittend hoofdje L. Caprif'olium blz. 314. b. Bovenste bladen zittend, niet vergroeid. Bloemen in een gesteeld hoofdje. L. FericlymHuani blz. 315. B. Stengel rechtopstaand. Bloemen 2 bijeen (in bijschermen, waarvan de middelste bloem niet ontwikkeld is) op okselstandige stelen. Vruchtbeginsels der beide bloemen vaak aan den voet verbonden. Bessen niet gekroond door den kelkzoom. Bloemen veel kleiner dan bij de vorige. a. Schutbladen klein, lijn-lancet- of priemvormig. Bladen elliptisch, spits, zacht behaard L. Xjiosteum blz. 316. b. Schutbladen groot, breed eirond. Bladen groot, eirond-langwerpig, spits. L. Ledebourii blz. 316. Volksnamen. De soorten van dit geslacht heeten in Twente, Salland, de Graafschap Zutphen, Utrecht en op Walcheren geiteblad, in Groningen Lieve Heershandjes, daar en in Friesland zuigertjes, in Oostelijk-Drente zoegertjes, in Twente haagkers en te Barneveld sukertjes. L. Caprifólium 1; L. Tuinkamperfoelle (fig. 390). Bij dezen windenden heester is de schors dun en schilfert in vezels af. De jonge takken zijn behaard, zij staan tegenover elkaar, zijn bebladerd en bloeien aan den top. De bladen zijn tegenoverstaand, rondachtig-elliptisch, stomp, van onderen 9' blauwgroen, die der onvruchtbare takken zijn gesteeld. De c^ V'^'-lcr.ï bovenste bladen zijn aan den voet breed samengegroeid. In. / hunne oksels staan gewoonlijk 3 ongesteelde bloemen, die met hun zessen een eindelingsch hoofdje vormen. Vaak staan ook daaronder nog schijnkransen van bloemen. De bloemen zijn geelachtig wit of wit, vaak lichtpurper van buiten, welriekend. De kelk is stomp, 5-tandig en verdwijnt bijna, als de vrucht rijp is. De bloemkroon is verspreid behaard, de beneden iets gekromde buis is langer dan de 2-lippige zoom, die een ongedeelde onder- en een 4-spletige bovenlip heeft. De meeldraden zijn b


Size: 1618px × 1544px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants