. Album der Natuur. 326 HET BLAD. een blad is een groen vlies, dat in liet voorjaar uit den tak te voor- schyn komt, is zoo goed als niets gezegd. De zamenstclling van een blad is gelukkig van dien aard, dat men haar, al mogen ook de zamenstellende deelen alleen door 't micros- coop goed te onderscheiden zijn, toch ook met behulp van enkele af- beeldingen wel begrijpen kan. Het blad, hoewel oogenschijnlijk niet anders dan een vlies, is echter inderdaad heel wat meer dan dat. Het is een zamengesteld geheel, dat in de dikte, hoe weinig aanzienlijk die gewoonlyk ook zij, toch nog uit verscheidene


. Album der Natuur. 326 HET BLAD. een blad is een groen vlies, dat in liet voorjaar uit den tak te voor- schyn komt, is zoo goed als niets gezegd. De zamenstclling van een blad is gelukkig van dien aard, dat men haar, al mogen ook de zamenstellende deelen alleen door 't micros- coop goed te onderscheiden zijn, toch ook met behulp van enkele af- beeldingen wel begrijpen kan. Het blad, hoewel oogenschijnlijk niet anders dan een vlies, is echter inderdaad heel wat meer dan dat. Het is een zamengesteld geheel, dat in de dikte, hoe weinig aanzienlijk die gewoonlyk ook zij, toch nog uit verscheidene op elkander liggende lagen bestaat. Beginnen we echter met het begin. De jonge twijg, die in 't voorjaar uit den winterknop, nadat die eerst sterk opzwol en ten laatste openbarstte, te voorschijn komt, be- staat hoofdzakelijk uit hout- en bastvezels; dit zijn uiterst fijne draden, die men zich 't beste voorstellen kan, door b. v. aan een vezeltje boomwol te denken; immers boomwol bestaat uit dezelfde organen, al ontston- den die ook in een ander plantendeel. Die vezels zijn steeds hol, zoo goed als dat vezeltje boomwol hol is, en zijn in het takje in grooten getale tot bundels vereenigd, in welke bundels bovendien nog enkele wijdere buisjes voorkomen, die men vaten noemt, doch waarmede wij Fig. 1. ons thans niet hebben bezig te hou- den. Zulke bundels noemt men vaat- bundels; ze zijn zeer verschillend van dikte, maar men kan ze zich voorstellen als een fijne zijden draad. Over het ontstaan van het jonge twijgje, zoomede over de wijze waarop die vezels zich verlengen, waarop voorts nieuw ontstane zich daarbij aansluiten , spreek ik niet nader, daar dit mij anders te ver van den weg zou afleiden. Genoeg zij het daarom thans te weten, dat, wanneer het takje langer wordt, dit voornamelijk het gevolg daarvan is, dat die bundels in lengte en in aantal toenemen, terwijl ze zich in 't algemeen regtstandig naar boven ontwikkelen (fig. 1«). Intusschen zijn er steeds enkele, die van. On


Size: 1513px × 1651px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, boo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber358