. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . cyd iO ballTem-ooly onferfmerte / Tot dat wy, naa het veelmaal, ach!Naafugten, vlugten, vreefen, fchroomen5Het fondig flangen-hol ontkoomen , Verryfen in een fchoonder dagOm Heemels, bloemitjes te pluykeni In t heylig zaalig vaaderland, Met alle Cierlykheydbeplant,Om fchoon te bloeyen en te ruyken; D aar zal het vry, en veylig z


. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . cyd iO ballTem-ooly onferfmerte / Tot dat wy, naa het veelmaal, ach!Naafugten, vlugten, vreefen, fchroomen5Het fondig flangen-hol ontkoomen , Verryfen in een fchoonder dagOm Heemels, bloemitjes te pluykeni In t heylig zaalig vaaderland, Met alle Cierlykheydbeplant,Om fchoon te bloeyen en te ruyken; D aar zal het vry, en veylig zyn,Geen flang van buy ten noch van binnen!Dat is een Beemde om te minnen f Een Gaarden, fonder quaad goedeJefus, myn beminde D at uw genaade ons doch geleyd, Door t wilde woud van deefe tyd,Tot wy u eens volkoomen vinden, In der LIEFDE J E S ü. 169 In t ruyme veld der eeuwigheyd,Daar alle vroomen (ich vermeyden,In onbedenklyk hoog verbleyden, Zoo hoog en diep, 200 breed en , lief, mynooverfchoone,Wat is het goed by u te woonen. Heylig Antwoord. Ende tujfchen uwen %aade, ende tuflchen baaren %aade ♦datfelve %al u den typ vormorjeicn, ende gy \ult ha deverfenenvermorjelen. Geneiis3. 51. L f Ooft 170 V O N G K E N , weft, Maakt mi bekent den weg dien tktegédn hebbe, Want mijneziele fotu op. Pfalm 14$. 8. Leert mi uwwel behaagen doen, tvantgy %ijt mijn God, uw goede Geeft ge-leyde my ineffenland, vc« ïo tt der LIEFDE JESÜ 171 Ikfeydè, Gyzjytmyntoevlugt% myn deel in het landder lecyendigen. Pfalm 142. 6* foo meengen ftap, 200 meengen treed je nader•Aan dood en eeuwigheyd,En ook met een, aan Vaaderlaftd en Vaader, Zpo anders c Hert in God begraaven Pelgrims weg, wat heugen u al fugten! Van haar , die u begaan,En uyt de Stad van ydelheyd-ontvlugten; Maar eevenwel, gy zyt de regre fulcke, die haar voeten op u fetten, En met een wakker Öog,Op t heylig fpoor van uw betreders letten,Onaangefien hoedaanig, laag of


Size: 1432px × 1745px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectemblems, booksubjectmysticism, bookyea