. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. echts 5 zijn uitgevoerd), en ook met eene grootere lengte danhet langsschip heeft. Afb. Nü. 220 geeft den plattegrond, afb. N°. 221 eeninzicht en afb. N. 222 den rijk bewerkten noordgevel van haar dwarsschip. Met behulp van buitengewone aflaten, in date 23 Juli 1410, aan hendie deze kerk op zekere tijden bezoekend, haren bouw door het schenkenvan legaten wilden bevorderen, kon op 18 Juli 1423 hare inwijdingplaats vinden. Door de zorgeloosheid van een loodgieter brandde zij 11 Sept. 1618geheel af en is daarop in de jaren 1619—2
. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. echts 5 zijn uitgevoerd), en ook met eene grootere lengte danhet langsschip heeft. Afb. Nü. 220 geeft den plattegrond, afb. N°. 221 eeninzicht en afb. N. 222 den rijk bewerkten noordgevel van haar dwarsschip. Met behulp van buitengewone aflaten, in date 23 Juli 1410, aan hendie deze kerk op zekere tijden bezoekend, haren bouw door het schenkenvan legaten wilden bevorderen, kon op 18 Juli 1423 hare inwijdingplaats vinden. Door de zorgeloosheid van een loodgieter brandde zij 11 Sept. 1618geheel af en is daarop in de jaren 1619—21 volgens afb. N°. 220 herbouwd,de stergewelven in haar midden- en dwarsschip bleven echter tot hedennog achterwege. II. IO 74 DE MARIA-MAGDALENAKERK TE GOES. Hoe een plaatsje als Go es, in 1406 nog een dorp, dat eerst in 1417met toestemming van Jacoba van Beyeren eene „beveste Stede werd,eene kerk van zoodanige afmeting heeft kunnen beginnen en, getuige dein zandsteen opgetrokken eindgevels van haar dwarsschip, dien bouw ^s Maria NagdaLenal^erk Ddeö.. Jö ■ ...o. *::._ z:. Afb. N. 220. Plattegrond der onvoltooid gebleven kerk, voor zooveel zij, na haren brandop 11 Sept. 1618, herbouwd werd. zóó onbekrompen bovendien heeft kunnen uitvoeren oók, is alléén teverklaren, door aan te nemen, dat zij destijds eene druk bezochte bede-vaartsplaats moet geweest zijn. Slanke kolommen met blad-kapitcelen dragen de spitsbogen en dezede bovenmuren met hun maaswerkvensters, terwijl tot op die kapiteelenneerloopende colonnetten het steenen ribwerk van het gemetselde koor-gewelf dragen, dat zich op M. vloer sluit en aldaar door contrefortenen schoorbogen wordt gesteund l). *) Zie de beschrijving dezer kerk door den architect A. Mulder in het „Bulletinvan den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, deel 11, jaarg. 1901—1902.
Size: 1818px × 1375px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture