. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. — CYPERACEAE. — 405 ten slotte urijsbriiin, met lichtere kanten. De snavel heeft een Kladden rand. Het mannelijke aartje is cylindrisch. zittend of kort gesteeld. De kafjes zijn als die der vrouwelijke aartjes maar niet duidelijk stekelpunlif,', iets meer roodachtig en smal witvliezij,' gerand. De vruchten zijn eirond, driczijdi),' , liruin. '4. 1-4 dM. Juli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt aan de kusten van bijna geheel Europa voor in begroeide duinvalleien en in zilte strandpoclen. Zij is bij ons op Texel, Rottum, Wal
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. — CYPERACEAE. — 405 ten slotte urijsbriiin, met lichtere kanten. De snavel heeft een Kladden rand. Het mannelijke aartje is cylindrisch. zittend of kort gesteeld. De kafjes zijn als die der vrouwelijke aartjes maar niet duidelijk stekelpunlif,', iets meer roodachtig en smal witvliezij,' gerand. De vruchten zijn eirond, driczijdi),' , liruin. '4. 1-4 dM. Juli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt aan de kusten van bijna geheel Europa voor in begroeide duinvalleien en in zilte strandpoclen. Zij is bij ons op Texel, Rottum, Walcheren en Hoek van Holland gevonden. C. flava') L. Gele zegge (fig. 330). Deze soort is geelgroen, dicht zodenvormend. De stengel is meest alleen beneden bebladerd, rechtopstaand of opstijgend, glad, meest alleen in de bloeiwijze ruw, scherp- of stompkantig. De onderste bladen hebben een lichtbruine tot bleeke scheede en een vrij breede (tot 5 mM), vrij ruwe bladschijf. De bloeiwijze bestaat uit meest 2-3 vrouwelijke aartjes en een mannelijk aartje. De schutbladen zijn kort scheedeachtig, het schutblad van het onderste aartje is langer dan , even lang als of althans niet veel korter dan de bloeiwijze en staat ten slotte wijd uit of is naar beneden gekeerd. De vrouwelijke aartjes (de bo- venste zijn niet zelden aan den top min of meer mannelijk) zijn bol- of eirond, zeldzaam kort cy- lindrisch, meest niet meer dan 2 cM lang, het onderste is gesteeld en treedt met zijn steel uit de scheede. De kafjes (fig. 330) zijn langwerpig of omgekeerd-eirond, stomp, roestkleurig met groene, vaak vrij breede middenstreep, zij zijn korter dan de urntjes. Stempels zijn er 3. De urntjes (fig. 330) zijn eirond, iets opgeblazen (5-6 mM lang), ge- nerfd, plotseling in den ruwen snavel overgaand, wijd afstaand, de onder- ste naar beneden gericht, alle langer dan de kafjes, ten slotte geel. Het mannelijke aartje is uit een versmalden voet cylindrisch, de kafjes zijn licht roestkleurig met groene
Size: 1279px × 1955px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants