. Nederduytsche poëmata . kond ghy in t vereelt gheen geeflel-lincken mereken, Want t blijft gefloten vaft:Wanneer een fondigh menfeh vereelt in quade daden, Sijnfondcn heeft getrouwt, Tt 2 Hgsj Hoe dat ghy h?n^ VQiïXiajntyhoe .dat ghy hem wik raden Hy blijft al even ftout,Sijn hért dat is vereek, end quaftigtdoorde fondea, Gheen reden voordeel doet,Hartneckigheyd, end trots veracht der ftraflfers monden, End ftaagh daar teghens wroet. —Non omnibusuna. Hortandi menfura placer. (jfheen vermaningh ü foo vaflDaar eenjders aard op pafl* DAar is een fcker flagh van peerlen die niet blinckenTen fy d


. Nederduytsche poëmata . kond ghy in t vereelt gheen geeflel-lincken mereken, Want t blijft gefloten vaft:Wanneer een fondigh menfeh vereelt in quade daden, Sijnfondcn heeft getrouwt, Tt 2 Hgsj Hoe dat ghy h?n^ VQiïXiajntyhoe .dat ghy hem wik raden Hy blijft al even ftout,Sijn hért dat is vereek, end quaftigtdoorde fondea, Gheen reden voordeel doet,Hartneckigheyd, end trots veracht der ftraflfers monden, End ftaagh daar teghens wroet. —Non omnibusuna. Hortandi menfura placer. (jfheen vermaningh ü foo vaflDaar eenjders aard op pafl* DAar is een fcker flagh van peerlen die niet blinckenTen fy dat Pin azijn een wijl tijds ftaanenfincken,Daar ifTer oockeen flagh die niet en worden blanckOf moeten eerft gekoockt fijn in een fijnder die men moet met hard, end fcherpe redenOm haar te maken goed aantaften in haar zeden,Daar fijnder wederom van (acht* end* (beten fin,Dees moeten fijn vermaant met fachtigheyd, end* min* Iuftitia m Iuftitra fimm cuique tribuit. ^ecbtyeerdigbeydEIckJt fijn tcelejL. Wilt <3e Swaluw doch aanfchouwen,Wilt eens mereken op haar d oen,Hoe fy fal haar jonghf kens voen,Elck een laat Tv foo veel houwen Tt 3 Dat Dat de een niet heeft te veel. Dat gelijck fy yders rechtveerdigheyd te vinden In een voghel fonder reen, Die daar vlieght, end fwevet heen,Veel meer fal de menfch hem binden Om te geven elck een t fijn, t gheen dat u is, ofte , wilt uw kinders geven Sonder gunft totdees, of dye, Weeft voor allen even blye,Shebben al van u het leven, Daarom geeft naar defe leer D een niet min, noch dander meer. Non araor in pacriam, patria fed amantior illosTangic odor lucri. Som fcbijnen Wel voor91 Land te Jlaan,<£\daar letter op/tgaat eyghen aan. jTN E menfchen die in t Land, of in de Steden woonenSijn dryederley van aard, de fommighe die toonenDat fy fijn inder daad liefhebbers van het Land,End helpen met haar doen beveftighen haar ftand. Daar Hf Daar fijnder die met t Land haar niet met al en moeyen,Maar bly


Size: 1623px × 1540px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., book, bookauthorpassecrispijnvandeca15651637, booksubjectemblems